Een behandeling met venetoclax plus fulvestrant liet geen klinisch voordeel zien ten opzichte van fulvestrant alleen bij patiënten met ER+, HER2- borstkanker en ziekteprogressie op een CDK4/6-remmer. Dit bleek uit de primaire analyse van de VERONICA-studie, waarvan dr. Geoffrey Lindeman (Victoria, Australië) de resultaten tijdens de 2021 ASCO Annual Meeting presenteerde.1
Een behandeling met een CDK4/6-remmer en hormoontherapie is de standaard eerstelijnsbehandeling voor patiënten met oestrogeenreceptor-positieve (ER+), HER2-negatieve (HER2-) borstkanker. “Desondanks is ziekteprogressie bijna onvermijdelijk”, zei Geoffrey Lindeman. Maar, bij ongeveer 85% van de primaire ER+ borstkankers is sprake van overexpressie van het BCL2-eiwit, waarmee dit een mogelijk nieuw therapeutisch aangrijpingspunt is.2 Venetoclax, een BCL2-remmer, heeft eerder in een fase 1-studie veelbelovende activiteit laten zien in combinatie met tamoxifen.2,3 In de gerandomiseerde fase 2-VERONICA-studie is de combinatie van venetoclax plus fulvestrant onderzocht versus fulvestrant alleen bij patiënten met ER+, HER2-, lokaal gevorderde of gemetastaseerde borstkanker die progressie vertoonden op een CDK4/6-remmer.1
Klinisch voordeel
In totaal werden 103 vrouwen gerandomiseerd naar een behandeling met venetoclax plus fulvestrant of fulvestrant alleen. Stratificatie vond onder andere plaats op basis van BCL2-status (hoog versus laag). De primaire uitkomstmaat was het klinisch voordeel (clinical benefit rate; CBR). Secundaire uitkomstmaten waren onder andere de progressievrije overleving (PFS) en algehele overleving (OS). Tevens is gekeken naar de veiligheid en verdraagbaarheid, en is een biomarkeranalyse uitgevoerd. De mediane duur van de follow-up ten tijde van de primaire analyse was 9,9 maanden.
Niet behaald
De CBR was 11,8% met venetoclax plus fulvestrant en 13,7% met fulvestrant alleen. “De primaire uitkomstmaat van een betere CBR met venetoclax plus fulvestrant is dus niet behaald”, zei Lindeman. De mediane PFS was 2,69 maanden met venetoclax plus fulvestrant en 1,94 maanden met fulvestrant alleen. De OS-data waren nog niet matuur ten tijde van de eerste analyse (augustus 2020), maar liet geen voordeel zien met venetoclax plus fulvestrant. De mediane OS was 16,8 maanden met venetoclax plus fulvestrant en nog niet behaald met fulvestrant alleen. Een update van deze analyse in april 2021 liet vergelijkbare resultaten zien.
Het veiligheidsprofiel kwam overeen met wat bekend is voor elk van de middelen en er werden geen nieuwe bijwerkingen gerapporteerd.
PIK3CA-wildtype
Ook de onderzochte BCL2-subgroepen lieten een gelijkwaardige CBR zien in beide studiearmen (18% met venetoclax plus fulvestrant versus 16% met fulvestrant alleen in de BCL2-hoge groep, en respectievelijk 0% versus 1% in de BCL2-lage groep). Een verkennende biomarkeranalyse liet een trend zien naar een betere CBR en PFS met venetoclax plus fulvestrant bij patiënten met PIK3CA-wildtype tumoren.
Lindeman concludeerde dat er geen klinisch voordeel was met venetoclax plus fulvestrant ten opzichte van fulvestrant alleen bij patiënten met ER+, HER2- borstkanker met progressie op een eerdere CDK/6-remmer. “Het blijft nog onduidelijk of een BCL2-remmer mogelijk wel werkzaam is bij patiënten met hormoongevoelige borstkanker die nog niet behandeld zijn met een CDK4/6-remmer”, aldus Lindeman.
Referenties
1. Lindeman GJ, et al. J Clin Oncol 2021;39(suppl 15); abstr 1004.
2. Rozeboom B, et al. Am J Cancer Res 2019;9:2821-31.
3. Lok SW, et al. Cancer Discov 2019;9:354-69.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist