De gerandomiseerde fase 2-CONCEPT-studie laat zien dat bij patiënten met nieuw-gediagnosticeerde, gevorderde, HER2-negatieve borstkanker driewekelijkse behandeling met cabazitaxel versus wekelijkse behandeling met paclitaxel niet geassocieerd is met een verhoogde werkzaamheid of verminderde toxiciteit, maar wel met een verbeterde kwaliteit van leven en minder ziekenhuisbezoeken.1 “Dit is een belangrijk gegeven voor patiënten en zorgverleners, met name tijdens de huidige pandemie”, aldus dr. Amit Bahl (Bristol, Verenigd Koninkrijk) tijdens de 2021 ASCO Annual Meeting.
Wekelijkse behandeling met paclitaxel is een standaardoptie bij patiënten met nieuw-gediagnosticeerde, HER2-negatieve, gemetastaseerde borstkanker. “Deze chemotherapie is echter veeleisend en geassocieerd met een hoog risico op perifere neuropathie.2 Cabazitaxel heeft in fase 2-studies veelbelovende resultaten laten zien bij eerder behandelde patiënten met gemetastaseerde borstkanker en zou een alternatief voor paclitaxel kunnen zijn.3,4
De gerandomiseerde fase 2-CONCEPT-studie vergeleek de uitkomst van driewekelijkse behandeling met cabazitaxel versus wekelijkse behandeling met paclitaxel bij patiënten met nieuw-gediagnosticeerde, HER2-negatieve, gemetastaseerde borstkanker”, vertelt Amit Bahl. De primaire uitkomstmaat van de studie was de progressievrije overleving (PFS). Secundaire uitkomstmaten waren onder andere de algehele overleving (OS), toxiciteit en kwaliteit van leven (QoL).
Vergelijkbaar
De resultaten van de CONCEPT-studie laten zien dat driewekelijkse behandeling met cabazitaxel vergeleken met wekelijks paclitaxel niet geassocieerd was met een significant verbeterde PFS en OS.1 “De mediane PFS was 6,7 maanden in de cabazitaxelarm (n=79) versus 5,8 maanden in de paclitaxelarm (n=79; HR 0,87; 80% BI 0,70-1,08; p=0,4), en de mediane OS 20,6 maanden in de cabazitaxelarm versus 18,2 maanden in de paclitaxelarm (HR 1,00; 95% BI 0,69-1,45; p=0,99). Ook uit een subgroepanalyse kwam geen populatie naar voren met een duidelijk PFS- of OS-voordeel van cabazitaxel. Uitzondering was een mogelijk PFS-voordeel in de groep patiënten vanaf 65 jaar oud (n=50; HR 0,45). Daarnaast waren ook de responspercentages en de tijd tot beste respons vergelijkbaar in de twee armen. Het objectieve responspercentage was 41,8% in de cabazitaxelarm versus 36,7% in de paclitaxelarm en het percentage klinisch voordeel lag rond de 80% in beide studiearmen”, aldus Bahl.
Verbeterde QoL
Verder was ook het toxiciteitsprofiel van beide behandelingen vergelijkbaar. In de cabazitaxelarm had 42% van de patiënten bijwerkingen van graad 3 of hoger versus 51% in de paclitaxelarm. Deze bijwerkingen bestonden met name uit neutropenie (respectievelijk 16% versus 9%), febriele neutropenie (11% versus 1%) en overgeven (8% versus 5%). Perifere neuropathie kwam beduidend vaker voor in de paclitaxelarm dan in de cabazitaxelarm: 54% versus 16%. Bahl: “Daarnaast was cabazitaxel vergeleken met paclitaxel geassocieerd met een significant betere QoL volgens de EQ-5D-5L single index utility scores (p=0,03) en een visueel-analoge schaal (p=0,001), en de FACT-B-borstkankersubschaal (p=0,01).”
Referenties
1. Bahl A, et al. J Clin Oncol 2021;39(suppl 15): abstr 1008.
2. Seidman AD, et al. J Clin Oncol 2008;26:1642-9.
3. Pivot X, et al. Ann Oncol 2008;19:1547-52.
4. Koutras A, et al. Br J Cancer 2020;123:355-61.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer