De geüpdatete resultaten van de CHRYSALIS-studie, gepresenteerd door prof. dr. Byoung Chul Cho (Seoul, Zuid-Korea) tijdens de 2021 ASCO Annual Meeting, laten zien dat een behandeling met amivantamab plus lazertinib leidt tot een objectief responspercentage van 36% bij patiënten met EGFR-gemuteerd, niet-kleincellig longcarcinoom en progressie op osimertinib.1 Daarnaast konden met behulp van next generation sequencing en immunohistochemie subgroepen van patiënten geïdentificeerd worden met een mogelijk hogere kans op respons op deze combinatie.
Ondanks een initiële respons op osimertinib ontwikkelen veel patiënten met EGFR-gemuteerd, niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) resistentie voor dit middel. Mutaties die resistentie veroorzaken zijn veelal EGFR- of MET-afhankelijk. In de fase 1-CHRYSALIS-studie is de combinatie van amivantamab (een volledig humaan bispecifiek antilichaam gericht tegen EGFR en MET) plus lazertinib (een derdegeneratie-tyrosinekinaseremmer) onderzocht bij onder andere patiënten met EGFR-gemuteerd NSCLC met progressie op osimertinib.
Byoung Chul Cho presenteerde tijdens de 2021 ASCO Annual Meeting de geüpdatete resultaten van deze studie (met een mediane follow-up van elf maanden), evenals verschillende biomarkeranalyses. Resistentiemutaties of -amplificaties in EGFR/MET werden bepaald met behulp van next generation sequencing (NGS) op basis van ctDNA of een tumorbiopt (prospectief verzameld voorafgaand aan de behandeling). Daarnaast werd gekeken naar EGFR- en MET-expressie door middel van immunohistochemie (IHC) als mogelijke biomarker voor respons.
ORR van 36%
De CHRYSALIS-studie bestond uit een dosisescalatiefase en een expansiecohort. In het expansiecohort werden 45 chemotherapienaïeve patiënten met EGFR-gemuteerd NSCLC en een relaps op osimertinib geïncludeerd. Deze patiënten werden behandeld met 1.050/1.400 mg amivantamab plus 240 mg lazertinib. Het objectieve responspercentage (ORR) in deze groep patiënten was 36%. De mediane duur van de respons (mDOR) was 9,6 maanden en de mediane progressievrije overleving (mPFS) 4,9 maanden. Het veiligheidsprofiel van amivantamab plus lazertinib kwam overeen met wat eerder gerapporteerd is voor deze combinatie.
Onbekend resistentiemechanisme
Biomarkeranalyses met behulp van NGS lieten zien dat er bij zeventien van de 45 patiënten sprake was van een op EGFR/MET-mutaties gebaseerde resistentie. De ORR bij deze patiënten was 47%, de mDOR was 10,4 maanden en de mPFS was 6,7 maanden. “Aan de andere kant”, zei Cho, “was de ORR bij de patiënten zonder een op EGFR/MET-mutaties gebaseerde resistentie 29%.” De mDOR in deze groep was 8,3 maanden en de mPFS 4,1 maanden. Bij de acht patiënten die een respons hadden in deze groep was er sprake van een onbekend resistentiemechanisme, terwijl er bij de non-responders met name sprake was van een EGFR/MET-onafhankelijke resistentie.
Tot slot is er in de biomarkeranalyse van de CHRYSALIS-studie gekeken naar de respons van patiënten met EGFR/MET-expressie bepaald met behulp van IHC. Van twintig van de 45 patiënten was er voldoende tumormateriaal aanwezig om de kleuring uit te voeren. Van hen waren er tien IHC-positief voor EGFR/MET. De ORR in deze groep was 90%, met een mDOR van 9,7 maanden en een mPFS van 12,5 maanden. “Uiteraard gaat dit om een kleine groep patiënten”, zei Cho, “maar deze resultaten zien er veelbelovend uit.”
CHRYSALIS-2
Cho concludeerde dat met de combinatie van amivantamab plus lazertinib aanhoudende responsen bereikt worden bij patiënten met EGFR-gemuteerd NSCLC met progressie op osimertinib. Met NGS kon daarbij een subgroep van patiënten geïdentificeerd worden met een hogere kans op een respons. Echter, ook patiënten zonder bekende biomarkers lieten een respons zien. “Mogelijk dat IHC een alternatieve manier is om potentiële responders te identificeren”, zei Cho. In de CHRYSALIS-2-studie zullen deze biomarkers prospectief onderzocht worden in een nieuw cohort van patiënten met EGFR-gemuteerd NSCLC en progressie op osimertinib.
Referentie
1. Bauml J, et al. J Clin Oncol 2021:39(suppl 15): abstr 9006.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist
Congres Up-to-date 2021 vol 6 nummer 2