De TRK-remmer larotrectinib heeft zich nu ook in een grotere datastudie bij volwassenen bewezen. Larotrectinib gaf een hoog objectief responspercentage van 71%, een lange responsduur en progressievrije overleving, bij een gunstig veiligheidsprofiel. Dit presenteerde Alexander Drilon (New York, Verenigde Staten) op de ASCO20 Virtual.1
Larotrectinib is geregistreerd voor de behandeling van volwassenen en kinderen met een kankertype dat het gevolg is van NTRK-genfusies. Een gepoolde analyse van drie klinische studies met larotrectinib liet eerder dit jaar al een hoog objectief responspercentage (ORR) zien van 79%.2 Volgens Alexander Drilon wordt vaak gevraagd of de effectiviteit van larotrectinib niet leeftijdsafhankelijk is. Een recente analyse van Drilon onder 83 volwassenen liet een ORR van 76% zien, wat vergelijkbaar bleek met de ORR in de gehele onderzoekspopulatie (waaronder kinderen). Hiermee liet hij zien dat er geen leeftijdsafhankelijkheid lijkt te zijn.
Uitgebreide dataset
Op de ASCO20 Virtual presenteerde Drilon de resultaten van zijn analyse, maar nu met meer patiënten en met een langere follow-up. De data werden verzameld uit drie klinische studies met larotrectinib en hierbij werd enkel gekeken naar de patiënten van 18 jaar of ouder.
Bevestiging eerdere studies
De uitgebreide dataset bevatte data van 116 volwassen patiënten met lokaal uitgebreid of gemetastaseerd NTRK-genfusiekanker. De meest voorkomende tumortypes waren schildklier- en speekselklierkanker en sarcomen. De mediane leeftijd was 59 jaar, en meer dan 50% van de patiënten had twee of meer lijnen systemische therapie gekregen voorafgaand aan de larotrectinibbehandeling. De ORR bedroeg 71%, en de mediane responsduur was 35,2 maanden. De mediane progressievrije overleving bedroeg 25,8 maanden en 61% van de patiënten vertoonde in de eerste twaalf maanden na start met larotrectinib geen progressie. Ondanks de langere follow-up van minimaal 48 maanden kon de mediane algehele overleving nog niet berekend worden. Net als in andere studies werd larotrectinib in deze dataset goed verdragen, waarbij het veiligheidsprofiel gelijk was aan dat in de algehele veiligheidspopulatie in eerdere onderzoeken. Slechts 7% van de patiënten moest de behandeling met larotrectinib staken in verband met bijwerkingen, waarvan maar 1% daadwerkelijk larotrectinibgerelateerd bleek.
Drilon concludeerde dat larotrectinib in deze analyse nogmaals bewezen heeft zeer effectief te zijn, gezien de ORR van 71%, een mediane responsduur van bijna drie jaar en een mediane progressievrije overleving van meer dan twee jaar. “De substantiële voordelen die larotrectinib biedt met betrekking tot effectiviteit en veiligheid benadrukken het belang om patiënten te screenen om te zien of zij in aanmerking komen voor deze therapie”, besloot Drilon.
Referenties
1. Drilon AE, et al. J Clin Oncol 2020;38(suppl): abstr 3610.
2. Hong DS, et al. Lancet Oncol 2020;21:531-40.
Dr. Judith Cohen, wetenschapsjournalist
Congres Up-to-date 2020 vol 5 nummer 2
Commentaar prof. dr. Carla van Herpen, internist-oncoloog, Radboudumc, Nijmegen
De larotrectinibdata die op de ASCO20 Virtual gepresenteerd zijn, bevestigen wat we al weten: als er sprake is van een NTRK-genfusie in een tumor, dan is de kans op respons met larotrectinib groot. Andere voordelen met larotrectinib zijn dat bijwerkingen over het algemeen (zeer) mild van aard zijn, en dat de medicatie oraal gegeven wordt.1
We vinden dat larotrectinib een middel is dat ook in Nederland voorgeschreven moet kunnen worden aan patiënten met een tumor met een NTRK-fusiegen. Larotrectinib is al goedgekeurd voor gebruik door zowel de FDA als de EMA, maar de commissie BOM kan larotrectinib niet beoordelen, omdat er slechts fase 1- en 2-onderzoek beschikbaar is. Daarom hebben internist-oncologen (zowel van volwassenen-, kinder- als longoncologie) en diagnostici (pathologen, moleculaire biologen en tumorgenetici) de handen ineengeslagen en op persoonlijke titel een consensusrapport opgesteld, getiteld ‘Consensus diagnose en behandeling van NTRK-genfusie solide tumoren’.2
Ons belangrijkste doel is dat patiënten toegang tot larotrectinib krijgen. Daar zitten nog wel haken en ogen aan. Zo is de financiering van de diagnostiek medebepalend of larotrectinib daadwerkelijk beschikbaar gesteld kan worden. Om NTRK-genfusie aan te tonen, zou je bij alle patiënten met een recidiverende of refractaire solide tumor een immunohistochemische test moeten verrichten, en dan bij een positieve uitkomst dit moeten bevestigen met een RNA-gebaseerde paneltest. We hebben het dan over ongeveer 25.000 immunohistochemische tests en 1.000 RNA-paneltests per jaar, wat overeenkomt met een investering van ongeveer 3,1-3,5 miljoen euro per jaar. Dit wordt momenteel niet vergoed door de zorgverzekeraars.
Als we naar de toekomst kijken, weten we dat er inmiddels ook al tweedegeneratie-TRK-remmers in ontwikkeling zijn, voor patiënten die resistentie ontwikkelen tegen larotrectinib of andere eerstelijns-TRK-remmers. Vooruitlopend op registratie van deze middelen, moet er nu dus al over innovatie in diagnostiek nagedacht worden om deze resistentie aan te tonen (middels een DNA-test). Aangezien dit weer met meer kosten gepaard gaat, moet de zorg omtrent deze specifieke groep patiënten zeer zorgvuldig en efficiënt ingericht worden.
Terugkijkend naar de nieuwe data die op de ASCO20 Virtual gepresenteerd werden, denk ik dat we het volgende kunnen concluderen: larotrectinib laat een hoge respons zien bij patiënten met een tumor met een NTRK-fusiegen en dit effect is tumoragnostisch. We moeten een plan maken hoe we in Nederland de diagnostiek gaan doen. Patiënten met een NTRK-fusiegen zouden voor een behandeling met larotrectinib in aanmerking moeten kunnen komen als ze de standaardbehandelingen voor hun tumor hebben gehad of een komende behandeling als niet/minder verdraagbaar wordt beschouwd door de behandelaar. Omdat de uitkomstdata nog beperkt zijn en er nog ontwikkelingen in de diagnostiek nodig zijn, zouden alle patiënten geregistreerd moeten worden. Wellicht zou dit in een soort DRUP-achtige constructie kunnen, als daar dan ook de resultaten van diagnostiek een plaats in kunnen krijgen.
Referenties
1. Drilon AE, et al. J Clin Oncol 2020;38(suppl): abstr 3610.
2. Consensus diagnose en behandeling van NTRK-genfusie gerelateerde solide tumoren. Beschikbaar via https://www.global-expertsfoundation.com/
Congres Up-to-date 2020 vol 5 nummer 2