Bij patiënten met spierinvasieve blaaskanker resulteerde neoadjuvante behandeling met APL-1202 in combinatie met tislelizumab in 39% pathologisch complete respons. Dat blijkt uit de interimanalyse van de fase 2-ANTICIPATE-studie, gepresenteerd door dr. Matt Galsky (New York, Verenigde Staten) tijdens de ASCO GU 2024.
APL-1202, ook bekend als nitroxoline, is een MetAP2-remmer met anti-angiogene en antitumoractiviteit. In immuuncompetente modellen, waaronder modellen voor blaaskanker, lijkt combinatie van APL-1202 met PD-1-remmers een synergistisch effect te hebben. “APL-1202 in combinatie met de PD-1-remmer tislelizumab zou een effectieve neoadjuvante behandeling kunnen zijn voor spierinvasieve blaaskanker”, was de hypothese van Matt Galsky en collega’s.
ANTICIPATE-studie
In de fase 2-ANTICIPATE-studie werd APL-1202 met tislelizumab onderzocht bij nieuw-gediagnosticeerde patiënten met spierinvasieve blaaskanker die niet in aanmerking kwamen voor neoadjuvante cisplatine-bevattende chemotherapie, of dit geweigerd hadden.1 De patiënten werden gerandomiseerd tussen de combinatie APL-1202 met tislelizumab of alleen tislelizumab. Het percentage pathologisch complete respons (pCR) vormde de primaire uitkomstmaat. Tot nu toe zijn 42 patiënten geïncludeerd, van wie bij de interimanalyse 32 evalueerbaar waren voor pCR.
Hogere pCR
“Met de combinatietherapie was de pCR 39%, en met alleen tislelizumab 21%”, meldde Galsky. Daarmee werden de drempelwaarden overschreden om de fase 2-studie verder uit te breiden. In de combinatiearm hadden wat meer patiënten stadium T3-tumoren (6 van 18 versus 2 van 14 in de tislelizumab-arm). “Hoewel de aantallen klein zijn, zagen we ook een pathologisch complete respons bij twee patiënten met T3-tumoren in de combinatie-arm”, merkte Galsky op.
Behandelingsgerelateerde bijwerkingen van graad 3-4 kwamen wat vaker voor met de combinatie dan met alleen tislelizumab (61% versus 43%). De meest voorkomende bijwerkingen waren anemie en verminderde aantallen lymfocyten in de combinatiearm, en darmobstructie in de tislelizumab-arm. In de combinatiearm overleed één patiënt door een postoperatieve infectie, waarvan niet werd gedacht dat dit gerelateerd was aan de behandeling.
“De activiteit en veiligheid van neoadjuvant APL-1202 in combinatie met tislelizumab ondersteunen verdere evaluatie van dit nieuwe regime, en we kijken uit naar de finale analyse”, besloot Galsky.
Referentie
1. Galsky MD, et al. J Clin Oncol 2024:42 (suppl 4); abstr 632.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist