Resultaten van de fase 3-CONTACT-02-studie laten zien dat combinatiebehandeling met cabozantinib plus atezolizumab versus een nieuw hormonaal middel naar keuze geassocieerd is met een significant betere progressievrije overleving bij eerder behandelde patiënten met gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom. De toxiciteit van de combinatiebehandeling was beheersbaar en er werden geen nieuwe veiligheidssignalen waargenomen, vertelde prof. dr. Neeraj Agarwal (Salt Lake City, Verenigde Staten) tijdens ASCO GU 2024.
Patiënten met progressief, gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC) na eerdere behandeling met een nieuw hormonaal middel (NHM) hebben een beperkt aantal behandelopties en een slechte prognose, vooral als ze viscerale metastasen hebben.1 Uit de resultaten van de fase 3-COMET-1-studie bleek dat de multikinaseremmer cabozantinib vergeleken met prednison geassocieerd was met een betere werkzaamheid bij uitvoerig voorbehandelde patiënten met mCRPC en viscerale metastasen.2
In de gerandomiseerde fase 3-CONTACT-02-studie wordt bij patiënten met progressief mCRPC en meetbare metastasen buiten het bekken na behandeling met een NHM de uitkomst onderzocht van cabozantinib plus atezolizumab versus een tweede NHM. De coprimaire uitkomstmaten zijn de onafhankelijk bepaalde progressievrije en algehele overleving (PFS en OS) in de intention-to-treat (ITT)-populatie volgens RECIST 1.1.
Betere PFS
Neeraj Agarwal vertelde dat de kenmerken van beide studiearmen in balans waren en dat de meeste patiënten goed hadden gereageerd op de eerdere behandeling met een NHM.3 “De mediane leeftijd was 71 jaar en 80%, 40% en 24% van de patiënten had respectievelijk bot-, viscerale en levermetastasen. In de ITT-populatie was de combinatiebehandeling met cabozantinib plus atezolizumab versus een tweede NHM geassocieerd met een 35% lager risico op progressie of overlijden (HR 0,65; 95% BI 0,50-0,84; p=0,0007).” De mediane PFS was 6,3 maanden in de combinatiearm en 4,2 maanden in de controlearm. Dit PFS-voordeel van de combinatiebehandeling was aanwezig in alle subgroepen, waaronder patiënten met lever- of botmetastasen (respectievelijk HR 0,43 en 0,67) en patiënten die eerder behandeld waren met docetaxel (HR 0,57).
Agarwal: “Op het moment van deze interimanalyse waren de OS-resultaten nog niet matuur. Wel is er een trend zichtbaar dat cabozantinib plus atezolizumab versus NHM geassocieerd is met een betere OS (HR 0,79; 95% BI 0,58-1,07; p=0,13). De mediane OS was 16,7 maanden in de combinatiearm versus 14,6 maanden in de NHM-arm, wat ook suggereert dat dit een populatie met een slechte prognose betreft.”
Bekend veiligheidsprofiel
Het objectieve responspercentage was 14% in de combinatiearm en 4% in de NHM-arm en het ziektecontrolepercentage was respectievelijk 73 en 55%. “Cabozantinib plus atezolizumab versus NHM was ook geassocieerd met een betere mediane tijd tot chemotherapie en tot symptomatische skeletevents, terwijl de mediane tijd tot pijnprogressie en verslechtering van de algehele gezondheid vergelijkbaar was tussen de twee groepen. Behandelingsgerelateerde bijwerkingen (TRAE’s) van graad 3 of 4 kwamen vaker voor in de combinatiearm dan in de NHM-arm (33 versus 8%), maar er werden geen nieuwe veiligheidssignalen waargenomen. In de combinatiearm waren de meest voorkomende TRAE’s van graad 3 of 4 hypertensie (7%), anemie (6%) en diarree en vermoeidheid (4%)”, aldus Agarwal. Bij 13% van de patiënten in de combinatiearm werd cabozantinib of atezolizumab gestopt vanwege TRAE’s.
Referenties
1. Sayegh N, et al. Eur Urol Focus 2023;9:106-9.
2. Smith M, et al. J Clin Oncol 2016;34:3005-13.
3. Agarwal N, et al. J Clin Oncol 2024;42 (suppl 4): abstr 18.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer