Het toevoegen van pembrolizumab aan een behandeling met docetaxel gaf geen verbetering van de radiografische progressievrije en algehele overleving bij eerder behandelde patiënten met gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom. Dit bleek uit de KEYNOTE-921-studie waarvan dr. Daniel Petrylak (New Haven, Verenigde Staten) de resultaten presenteerde tijdens het 2023 ASCO GU Cancers Symposium.
In de fase 3-KEYNOTE-921-studie werden 1.030 patiënten met gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC) 1:1 gerandomiseerd naar een behandeling met pembrolizumab (maximaal 35 cycli) plus docetaxel (maximaal tien cycli) plus prednison of placebo plus docetaxel plus prednison.1 Patiënten kwamen in aanmerking voor de studie wanneer zij geen baat hadden van of intolerant waren voor één eerdere next-generation hormonal agent (NHA). De coprimaire uitkomstmaten waren radiografische progressievrije overleving (rPFS, op basis van blinded independent central review) en algehele overleving (OS). Secundaire uitkomstmaten waren de tijd tot eerstvolgende therapie, het objectieve responspercentage (ORR) en de veiligheid.
Geen verschil
“We zagen geen verschil in rPFS tussen de patiënten die behandeld werden met pembrolizumab plus docetaxel en de patiënten die placebo plus docetaxel kregen”, zei Daniel Petrylak. De mediane rPFS was 8,6 maanden in de pembrolizumabgroep en 8,3 maanden in de placebogroep (HR 0,85; 95% BI 0,71-1,01; p=0,0335). De subgroepanalyse bracht ook geen verschil tussen beide behandelarmen aan het licht. Eenzelfde patroon werd gezien voor de OS. De mediane OS was 19,6 maanden in de pembrolizumabgroep en 19,0 maanden in de placebogroep (HR 0,92; 95% BI 0,78-1,09; p=0,1677).
Ongeveer 60% van de patiënten in beide behandelarmen ontving een volgende therapie, liet Petrylak zien. “We zagen hierbij opnieuw geen verschil tussen de pembrolizumab- en de placebogroep.” De mediane tijd tot eerste opvolgende therapie was 10,7 maanden in de pembrolizumabgroep en 10,4 maanden in de placebogroep (HR 0,86; 95% BI 0,74-1,01). Tot slot bleek ook de ORR niet verschillend (33,5% in de pembrolizumab- en 35,3% in de placebogroep).
Consistent veiligheidsprofiel
“Wat betreft de veiligheid was het interessant te zien dat patiënten in beide behandelarmen mediaan negen cycli docetaxel hadden ontvangen”, zei Petrylak. “Dit is meer dan we in de dagelijkse klinische praktijk zien.” Verder had ongeveer 60% van de patiënten in beide studiegroepen bijwerkingen van graad 3 van alle oorzaken. Het percentage ernstige behandelingsgerelateerde bijwerkingen lag iets hoger in de pembrolizumabgroep (20,2%) dan in de placebogroep (15,2%). “De gerapporteerde immuungerelateerde bijwerkingen van pembrolizumab kwamen overeen met eerdere data.”
Petrylak concludeerde dat het toevoegen van pembrolizumab aan een behandeling met docetaxel bij eerder behandelde mCRPC-patiënten de rPFS en OS niet significant verbeterde. “De resultaten van deze finale analyse van de KEYNOTE-921-studie lijken de huidige standaardbehandeling van mCRPC-patiënten na een HNA dan ook niet te gaan veranderen.”
Referentie
1. Petrylak DP, et al. J Clin Oncol 2023;41 (suppl 6): abstr 19.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist