Patiënten met gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom en veranderingen in homologe-recombinatie-repair-genen, waaronder BRCA1/2, profiteren van toevoeging van de PARP-remmer niraparib aan abirateronacetaat en prednison. Een update van de MAGNITUDE-studie bevestigt verbetering van de progressievrije overleving en toont langere tijd tot symptomatische progressie of cytotoxische chemotherapie. Dat blijkt uit de resultaten die dr. Eleni Efstathiou (Houston, Verenigde Staten) presenteerde tijdens het 2023 ASCO GU Cancers Symposium.
Patiënten met gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC) die veranderingen hebben in homologe-recombinatie-repair (HRR)-genen (HRR+), met name BRCA1/2, hebben slechte uitkomsten. De fase 3-MAGNITUDE-studie liet zien dat toevoeging van de PARP-remmer niraparib aan abirateronacetaat en prednison (AAP) de progressievrije overleving verbeterde van HRR+ patiënten, terwijl het geen effect had bij patiënten zonder deze afwijkingen.1 Eleni Efstathiou presenteerde nu de resultaten van de tweede interimanalyse bij een mediane follow-up van 26,8 maanden, acht maanden langer dan bij de vorige analyse.2
Klinisch betekenisvol behandeleffect
In de MAGNITUDE-studie werden 423 HRR+ patiënten geïncludeerd, waarvan 225 met BRCA1/2-mutaties, die 1:1 werden gerandomiseerd tussen niraparib + AAP of placebo + AAP. Eerdere behandeling met AAP (tot vier maanden) was toegestaan.
In het BRCA-cohort was de mediane radiografische progressievrije overleving (rPFS) 19,5 maanden met niraparib versus 10,9 maanden met placebo (HR 0,55; p=0,0007). “De primaire uitkomstmaat laat consistent een significant, klinisch betekenisvol behandeleffect zien ten gunste van de combinatie van niraparib plus abirateron”, aldus Efstathiou.
Secundaire uitkomstmaten
Ook de mediane tijd tot symptomatische progressie en de mediane tijd tot start van cytotoxische chemotherapie vertoonden klinisch relevante verbeteringen (beide niet bereikt met niraparib versus respectievelijk 23,6 en 27,3 maanden met placebo). De onderzoekers zagen een trend tot verbeterde algehele overleving, al zijn de data nog immatuur. Een analyse die rekening houdt met onbalans in patiënt- en ziektekarakteristieken toonde 46% reductie van het risico op overlijden met niraparib + AAP versus placebo + AAP.
Behandeling met niraparib zorgde er daarnaast voor dat het langer duurde voordat de ergst ervaren pijn of hinder van pijn werd bereikt. Het veiligheidsprofiel was vergelijkbaar met dat van de eerdere analyses. De meest voorkomende bijwerkingen waren anemie, hypertensie en constipatie.
“Deze resultaten ondersteunen genomische testen bij mCRPC en het gebruik van niraparib plus AAP bij HRR+ mCRPC-patiënten, vooral degenen met BRCA-genafwijkingen”, concludeerde Efstathiou.
Referenties
1. Chi KN, et al. J Clin Oncol 2022;40 (suppl 6): abstr 12.
2. Efstathiou E, et al. J Clin Oncol 2023;41 (suppl 6): abstr 170.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2023 vol 14 nummer 2