Een app die een behandeltraject op een tijdlijn weergeeft en patiënten relevante informatie biedt op het juiste moment. Dat is MediMapp van het Utrechtse ict-bedrijf Soulve Innovations. De app was aanvankelijk gericht op oncologische patiënten, maar steeds meer ziekenhuizen en afdelingen sluiten zich aan. “Er is veel behoefte aan”, merkt Vincent Schot MSc, directeur van Soulve Innovations.
Uniek aan de app is de koppeling met systemen voor het elektronisch patiëntendossier (EPD). MediMapp haalt gegevens uit EPD’s van de aangesloten instellingen. De patiënt kan via de app het hele behandeltraject volgen. De app laat alle afspraken zien en toont per afspraak wat de patiënt moet doen. Als een afspraak dichterbij komt, volgen ook bijvoorbeeld leefregels en tips hoe de patiënt zich kan voorbereiden. Patiëntenfolders en bijsluiters van medicatie zijn ook in de app opgenomen, gepersonaliseerd voor de patiënt. “We bekijken patiëntinformatie met artsen en halen daar relevante onderdelen uit voor subgroepen patiënten”, legt Vincent Schot uit. “Die informatie komt dan in de tijdlijn van de patiënt.”
Ontredderd
Het idee voor de app is zo’n vier jaar geleden ontstaan, vertelt Schot. Toen kreeg het bedrijf de vraag hoe de patiëntervaring van oncologische patiënten kan worden verbeterd. “Ik heb in het UMC Utrecht meegekeken met een patiënt om een behandeltraject te ervaren. Ik zag dat de patiënt verschillende artsen ziet en spreekt, die allemaal hun eigen verhaal vertellen en folders meegeven. En ik merkte dat de patiënt een beetje ontredderd raakte door alle informatie. De patiënt moet voor zichzelf één verhaal maken van alle informatie. Nog afgezien van de vraag of hij alles heeft gehoord en begrepen.”
Schot is verder onderzoek gaan doen en interviewde patiënten. Die leven vaak erg toe naar een afspraak en hebben behoefte aan de juiste informatie op het juiste moment, toegespitst op hun eigen situatie. Schot wilde daarom een soort reisgids maken aan de hand van de afspraken van een patiënt. “De tijdlijn van de patiënt moet centraal staan. Per ‘halte’ moet informatie worden aangeboden, zoals folders, vragenlijsten en alles wat de patiënt op dat moment nodig heeft. Die hoeft dan niet meer zelf te bedenken wanneer hij wat moet doen.”
Verbinden
Schot merkte al snel veel enthousiasme over het idee bij patiënten. Daarom is hij ongeveer drie jaar geleden gestart met het ontwikkelen van MediMapp. En gaandeweg zijn ook steeds meer artsen enthousiast geworden, vooral omdat via de tijdlijn in de app is te zien wat collega’s en andere behandelaars van de patiënt doen. “Dat sluit aan bij onze missie, namelijk het verbinden van patiënten en alle betrokken zorgverleners binnen een gezamenlijk zorgtraject, zodat iedere patiënt de beste zorg ontvangt en ervaart”, laat Schot weten. “Dat is relevant voor de patiënt én de zorgverlener. Want artsen hebben vaak geen zicht op wat er naast hun eigen behandeling nog meer gebeurt rond de patiënt. Via de app kunnen zij zien wat collega’s doen, ook in een ander ziekenhuis. Dat kan bijdragen aan betere zorg voor hun patiënten.”
In Nederland loopt al enkele jaren de discussie over het ontwikkelen van een landelijk EPD-systeem. Pogingen om zo’n systeem op te zetten strandden vooral op het aspect van privacy. Hoe is het gelukt om in relatief korte tijd MediMapp te ontwikkelen? Schot: “Wij kijken anders aan tegen het vraagstuk. De discussie over een landelijk EPD is voornamelijk juridisch: van wie zijn de data, waar zijn die en hoe kun je die veilig uitwisselen? Ons uitgangspunt is: laat de data waar die zijn, dus bij de behandelaars. Wat ons betreft hoeft dat niet per se in een landelijk systeem. In veel gevallen is het niet noodzakelijk om data uit te wisselen. Behandelaars willen alleen inzicht krijgen in die data. Onze app haalt gegevens op, zonder die ergens op te slaan. De app laat zien wat de arts of patiënt op dat moment wil zien. De aangesloten ziekenhuizen moeten hun EPD dus wel openstellen voor de app. Maar feitelijk staat een EPD al open, bijvoorbeeld voor facturatie naar zorgverzekeraars of communicatie met een diagnostisch centrum.”
Concept werkt
De nieuwe toepassing was niet direct succesvol en Schot moest er aanvankelijk mee langs vele ziekenhuizen. Het Radboudumc in Nijmegen toonde als eerste interesse, en met dat ziekenhuis werd aangetoond dat het concept werkt en dat patiënten het waarderen. “Daarna is het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam er mee gaan werken. En het afgelopen jaar sloten zich ineens vijf andere ziekenhuizen aan. Inmiddels zijn zeven ziekenhuizen gecontracteerd en er is veel vraag naar de toepassing. In bijvoorbeeld het VieCuri Medisch Centrum in Venlo wordt de app gebruikt door 77% van alle oncologiepatiënten die de app aangeboden krijgen, van wie de meesten wekelijks. Dat is erg hoog voor een e-healthtoepassing.”
Naarmate Schot verder kwam, ervaarde hij dat het concept niet alleen geschikt is voor de oncologie, maar ook voor andere specialismen. “Een van onze partners is Bergman Clinics, waar onder andere staar-, heup- en knieoperaties worden gedaan. Ook daar kan MediMapp een rol spelen. Binnen de deelnemende ziekenhuizen gaan steeds meer specialismen meedoen, zoals geboortezorg, orthopedie en cardiologie. Het principe van de app is universeel.”
In eigen systeem werken
Niet alleen patiënten, maar ook artsen zijn blij met de app. Voor hen is het een mogelijkheid om hun patiënten optimaal te informeren. Bovendien kunnen zij in hun eigen systeem blijven werken. “In de zorg is er al een enorme registratielast, maar met deze app hoeven artsen niet iets nieuws te registreren”, laat Schot weten. “Wij halen immers de informatie uit het bestaande EPD. Daarnaast kunnen artsen zien wat hun collega’s doen. Dat transmurale aspect waarderen zij zeer. We willen artsen ook rapportages gaan aanbieden over zorgtrajecten, waarin zij bijvoorbeeld doorlooptijden kunnen zien en afwijkingen van normen. Daarmee kunnen zij trajecten optimaliseren.”
Schot benadrukt dat hij geen allesomvattend ‘supersysteem’ wil ontwikkelen. Wel wil hij samen met andere partijen handige tools integreren, bijvoorbeeld keuzehulpen of videoconsulten. “Maar het belangrijkst is dat ziekenhuizen zich aansluiten. We hopen dat eind dit jaar twaalf ziekenhuizen zijn aangesloten, en een jaar later 20 à 22. Net zoals er voor bijvoorbeeld bankieren handige en persoonlijke apps zijn, is die er nu ook voor patiënten. Alles staat daar overzichtelijk in. En daar is veel behoefte aan.”
Drs. Kees Vermeer, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2018 vol 9 nummer 2