In het voorjaar van 2017 werd de Nederlandse Vereniging voor HematoPathologie (NVHP) opgericht. Dit platform voor Nederlandse hematopathologen is nodig voor na- en bijscholing en cruciaal voor afstemming van landelijk beleid inzake de diagnostiek van patiënten met hematologische aandoeningen. Voorzitter prof. dr. Daphne de Jong (hematopatholoog in VUmc te Amsterdam): “Het is echt bijzonder dat ook de klinisch-moleculair biologen in de pathologie hierbij volledig betrokken zijn.”
“Je wilt regelmatig met elkaar kunnen discussiëren over nieuwe relevante ontwikkelingen en hoe daarmee om te gaan in Nederland,” zegt Daphne de Jong, een van de drijvende krachten achter de NVHP. “Je wilt nieuwe kennis breed beschikbaar maken door bij- en nascholing. Verder is zo’n vereniging cruciaal bij het opstellen van multidisciplinaire richtlijnen. Daar heb je immers vertegenwoordigers met een mandaat van de beroepsgroep voor nodig.”
Het veld van hematopathologie is op dit moment volop in beweging, met als belangrijkste onderwerpen technologische ontwikkelingen en implementatie van de nieuwe WHO-classificatie. “De WHO 2016, die in september 2017 in boekvorm werd gepubliceerd, borduurt voort op vorige classificaties, waarbij iedere diagnose vier min of meer gelijkwaardige componenten had: morfologie, immunofenotypering, klinische en moleculair-genetische informatie. De laatste jaren is echter de genetische informatie veel prominenter geworden in de classificatie en begint ook, net als bij solide tumoren, een grotere rol te spelen bij het inschatten van de prognose en het voorspellen van de behandeluitkomsten.” Voor wat betreft de diagnostiek is toepassing van bijvoorbeeld next generation sequencing (NGS) zeker nog geen dagelijkse praktijk, maar De Jong verwacht dat dit over enkele jaren anders is. “We moeten voorkomen dat deze technologieën in Nederland gefragmenteerd ontwikkeld worden. Dat is onnodig duur en met een relatief kleine bevolking van 17 miljoen mensen zou het een gemiste kans betekenen als we onze gegevens niet optimaal delen door deze nieuwe ontwikkeling gezamenlijk op te pakken.”
Gemandateerd vanuit beroepsgroep
Eerder was er een informele groep pathologen die vanuit betrokkenheid bij de stichting Hemato-Oncologie voor Volwassenen Nederland (HOVON) bij elkaar kwam. Dat was aldus De Jong een te beperkte groep en deze voldeed niet meer aan de huidige behoefte. ”Zowel HOVON als de Nederlandse Vereniging voor Hematologie (NVvH) hadden behoefte aan meer inbreng van pathologen, bijvoorbeeld waar het gaat om het vaststellen van nieuwe richtlijnen. Dat laatste vereist mandatering vanuit de beroepsgroep, de Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVVP). Daarvoor is interactie, overleg en afstemming nodig, dus een samenhangende club. Reden genoeg om onszelf beter te organiseren, om die HOVON-pathologengroep uit te breiden en te formaliseren. Daarom besloten we deze vereniging op te richten. Dat past ook goed in het streven van de NVVP om subspecialismen te groeperen in werkgroepen, waar men terecht kan met specifieke opdrachten en vragen voor het betreffende deelgebied. Eigenlijk is de NVHP hiervoor een uitstekend model, dus daarmee kwamen twee parallelle ontwikkelingen prachtig samen. We fungeren als vereniging onder de NVVP en staan open voor pathologen met interesse in hematopathologie, assistenten in opleiding tot het specialisme pathologie, maar ook voor klinisch-moleculair biologen in de pathologie (KMBP’ers) en KMBP’ers in opleiding.”
Huishoudelijk reglement
In maart 2017 werd met een betrekkelijk kleine groep van twintig pathologen een eerste, door Celgene gesponsorde bijeenkomst belegd. De Jong: “Dat was in feite de vroegere HOVON-pathologengroep, dus hematopathologen uit academische ziekenhuizen en vertegenwoordigers van de grotere, op het gebied van hematopathologie actieve ziekenhuizen. Een belangrijk thema was de vraag hoe we een aantal nieuwe ontwikkelingen die het gevolg zijn van de nieuwe WHO-classificatie in Nederland gaan implementeren. Om preciezer te zijn: hoe gaan we om met een aantal specifieke onderwerpen, zoals subclassificatie van diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) op basis van de cell-of-origin, fluorescente-in-situ-hybridisatie (FISH) bij DLBCL en implementatie van NGS in lymfoomdiagnostiek. Onderwerpen dus die er om vragen tot een landelijk consensus te komen. De conclusie uit die bespreking was dat we dit breder wilden voortzetten, zodat in principe iedere geïnteresseerde patholoog en KBPM’er betrokken kan zijn.”
In de maanden daarna werd een concept huishoudelijk reglement opgesteld. De Jong en dr. Konnie Hebeda, patholoog in het Radboudumc te Nijmegen, vormen het voorlopige bestuur, dat binnenkort zal worden aangevuld met een patholoog uit een perifeer ziekenhuis en een KMBP’er. De vereniging komt ten minste eenmaal per jaar bijeen en in de toekomst wil men deze bijeenkomsten steeds koppelen aan de jaarlijkse NVVP-dagen, door een dagdeel te reserveren voorafgaand aan de start van de NVVP-meeting.
Eerste officiële bijeenkomst
De eerste officiële NVHP-bijeenkomst vond plaats tijdens de Novemberdag van de Pathologie op 23 november jl. in Amersfoort, met 59 aanwezigen en weer dezelfde onderwerpen op de agenda als in de voorjaarsvergadering. De Jong en Hebeda gaven een presentatie over de WHO-classificatie en dr. Lianne Koens, patholoog in het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam, hield een verhaal over een onderzoek naar de reproduceerbaarheid van immunohistochemische kleuringen. Er volgden discussies over de waarde van het immuunhistochemisch bepalen van de cell-of-origin in DLBCL en over hoe om te gaan met FISH in DLBCL. De Jong: “We zijn wat betreft immuunhistochemie en FISH tot een consensus gekomenen over hoe een en ander te formuleren ten behoeve van de landelijke NVvH/HOVON-richtlijn.”
Een derde en lastiger thema betrof NGS. “Tijdens de voorjaarsvergadering hadden we de Groningse patholoog dr. Arjan Diepstra opdracht gegeven die situatie voor Nederland te inventariseren. Hij heeft een enquête rondgestuurd en uiteindelijk werd het plan bedacht om de problematiek te formaliseren in een projectvorm, waarvoor een subsidieaanvraag is ingediend bij ZonMw en waarvan we uiteraard vurig hopen dat deze gehonoreerd zal worden. Er zit een technisch gedeelte in, waarin de verschillende platforms die centra gebruiken met elkaar worden vergeleken. Dus een technische validatie om te bepalen wat een minimale vereiste is, want er bestaat op NGS-gebied enorm veel variatie. Verder gaat het over het delen van kennis en expertise inzake zeldzame mutaties, zodat niemand opnieuw het wiel hoeft uit te vinden. Ook is er een wetenschappelijk deel, waarbij we landelijk een serie DLBCL-monsters gaan testen, en bovendien is er een kosteneffectiviteitsparagraaf.”
Dr. Jan Hein van Dierendonck, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2018 vol 9 nummer 1