Recentelijk ging prof. dr. Emiel Rutgers met emeritaat en nam hij afscheid van het Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam, waar hij 35 jaar lang als oncologisch chirurg werkte. Een week na zijn afscheid vertelt hij openhartig over zijn opleiding tot oncologisch chirurg, hoogtepunten uit zijn carrière en over zijn bijzondere interesse in de biologie van kanker en vooral in de patiënt.
Vrijdag 5 november jl. was Emiel Rutgers’ laatste werkdag en had het Antoni van Leeuwenhoek een feestelijk afscheid georganiseerd waarvoor niet alleen collega’s, maar ook familie en vrienden waren uitgenodigd. Bovendien werd hij voor zijn baanbrekende werk als oncologisch chirurg door locoburgemeester Simone Kukenheim benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Op 13 mei 2022 staat in Filmmuseum EYE het 20e Mammasymposium in het teken van het afscheid van Rutgers, die jarenlang dit symposium organiseerde. Tijdens dit symposium zullen niet alleen borstkankerexperts van eigen bodem acte de présence geven, maar ook gerenommeerde onderzoekers uit het buitenland. Zo zullen onder andere prof. dr. Martine Piccart (Brussel, België), prof. dr. David Cameron (Edinburgh, Verenigd Koninkrijk) en prof. dr. Laura van ’t Veer (San Francisco, Verenigde Staten) hun visie op de diagnostiek, behandeling en het onderzoek naar borstkanker delen.
Opleiding
“Jaren geleden kwam ik in mijn ouderlijk huis een schriftje tegen waarin ik als kind als antwoord op de vraag ‘Wat wil je later worden?’ had geschreven: ‘Chirurg!’, en een operatietafel met chirurg had getekend. In eerste instantie dacht ik echter aan hartchirurg, waarschijnlijk omdat ik op driejarige leeftijd een aandoening nabij mijn hart heb gehad en daaraan ben geopereerd. En zo ging ik geneeskunde studeren in Utrecht en liep ik mijn coschappen in het St. Antonius Ziekenhuis, toen nog in Utrecht, een van de centra voor hartchirurgie. Een van de hartchirurgen raadde me echter af om hartchirurg te worden. Daar ben ik nog altijd dankbaar voor, mede vanwege mijn interesse in de biologie van kanker”, vertelt Rutgers.
Toen Rutgers vervolgens rond 1981 wilde solliciteren naar een opleidingsplaats, was net de opleiding Heelkunde stilgelegd, omdat er te veel jonge chirurgen waren. Rutgers solliciteerde niettemin bij het St. Jozephziekenhuis in Eindhoven, waar hij een opleidingsplaats kreeg omdat een chirurg i.o. vertrok. “Een geweldige opleiding, waarbij ik tevens de gelegenheid had om promotieonderzoek te doen naar de waarde van nacontrole bij borstkanker. Op dat onderzoek promoveerde ik in 1986 bij prof. dr. Emil van Slooten en prof. dr. Joop van Dongen, beiden destijds werkzaam als oncologisch chirurgen in het Antoni van Leeuwenhoek.” Dit contact leverde Rutgers tegen het einde van zijn opleiding een aanstelling op als algemeen oncologisch chirurg bij het Antoni van Leeuwenhoek. Hij zou er nog 35 jaar als oncologisch chirurg blijven werken.
Borstkanker
Hoewel Rutgers jarenlang een succesvol algemeen oncologisch chirurg was, bood deze functie hem te weinig ruimte voor verdieping in de intrigerende biologische achtergrond van kanker, met name borstkanker. “Tegelijkertijd werd mijn interesse voor die achtergrond en het klinisch onderzoek juist versterkt door de inbreng van Van Dongen en de creatieve oncologisch chirurg dr. Frans Zoetmulder. Hierin had ook prof. dr. Omgo Nieweg een belangrijke rol, met wie ik de schildwachtklierprocedure bij borstkanker onderzocht.”
Midden jaren 90 zette Rutgers samen met Laura van ’t Veer in het Antoni van Leeuwenhoek de succesvolle polikliniek Familiaire tumoren op. “Aanleiding hiervoor was onder andere de identificatie van kiembaanmutaties in BRCA1 en -2 bij borstkanker. Deze samenwerking met Van ’t Veer en vooral ook René Bernards leidde in de jaren daarna tot de ontwikkeling van de MammaPrint. Op grond van de resultaten van de MINDACT-studie, opgezet met Martine Piccart, wordt deze genetische test wereldwijd gebruikt om patiënten met vroeg-stadium borstkanker te informeren over de meerwaarde van chemotherapie. Een prestatie waar ik supertrots op ben. Andere studies waar ik buitengewoon trots op ben zijn de AMAROS-studie naar de waarde van axillaire bestraling in plaats van lymfeklierdissectie bij patiënten met een aangedane schildwachtklier, en de FaMRIsc-studie, die liet zien dat MRI een kosteneffectieve screeningsmethode is bij vrouwen met een familiair risico op borstkanker.”
Kernwoorden
Vier kernwoorden hebben in de carrière van Rutgers een belangrijke rol gespeeld: nieuwsgierigheid, onvrede, de-escalatie en humor. ”Nieuwsgierig ben ik altijd geweest en dat heeft onder andere geresulteerd in zo’n 650 publicaties. Onvrede heeft ermee te maken dat behandelingen altijd beter kunnen en de-escaleren doelt op mijn streven om overbehandeling te voorkomen. In de oncologie is er niets makkelijker dan meer doen en is er niets moeilijker dan minder doen! Als je meer doet, worden patiënten, behandelaars, ziekenhuizen en de farmaceutische industrie daar meestal blij van. Van minder doen worden veel mensen juist zenuwachtig. Zo heeft het maar liefst bijna tien jaar geduurd voordat we patiënten met een schone schildwachtklier niet meer met een lymfadenectomie van de okselklieren behandelden. Ten slotte humor. Kanker is natuurlijk een serieuze zaak, maar je hoeft niet altijd alles serieus te nemen. Dus ik hield altijd wel van een beetje gekkigheid, zonder daarbij de ernst van de zaak uit het oog te verliezen.”
Patiënt
Het aantrekkelijke van chirurgie vindt Rutgers het praktisch bezig zijn, de schoonheid van het werk en het snelle resultaat. “Ik ben niet altijd een heel geduldig mens en dan is chirurg een uitstekend beroep. Wel blijft het een vreemd gevoel om als mens in een ander mens te mogen snijden. Als chirurg moet je dan ook altijd volledig overtuigd zijn dat de patiënt de ingreep begrijpt en ermee instemt. Daarom vind ik het ook enorm belangrijk om mijn patiënten te kennen. Wat daarbij opvalt is dat patiënten met borstkanker relatief veel vragen hebben over hun ziekte en behandeling en vrij kritisch zijn, ook op zichzelf. Regelmatig geven ze zichzelf de schuld voor het krijgen van borstkanker. Dan leg ik ze uit dat ze simpelweg pech hebben en dat kanker ontstaat doordat er tijdens de celdeling foutjes plaatsvinden in ons erfelijk materiaal. Borsten zijn extra vatbaar voor deze foutjes, omdat er door de menstruatiecyclus bijzonder veel celdelingen plaatsvinden. Zo zie je ook dat vrouwen van nu een twee tot drie keer hoger risico hebben op borstkanker dan de vrouwen van vroeger, omdat de periode tussen eerste menstruatie en menopauze tegenwoordig aanzienlijk langer duurt en er dus veel meer celdelingen plaatsvinden.”
Advies
Voor zijn werk ontving Rutgers verschillende prijzen en onderscheidingen, waaronder de Clinical Research Award van de European Cancer Organization in 2017 en de Lifetime Achievement Award van de European Society of Surgical Oncology in 2019. Naast zijn functie als oncologisch chirurg was Rutgers bijzonder hoogleraar Heelkundige oncologie aan de Universiteit van Amsterdam. In die hoedanigheid was hij een toegewijde begeleider en promotor van ongeveer 25 promovendi en opleider van rond de 75 chirurgen in opleiding.
Jonge artsen en onderzoekers in de oncologie geeft hij het volgende advies: “Wees nieuwsgierig, volg je hart en verdiep je vooral in de biologie van kanker, ook als je oncologisch chirurg wilt worden! Met name dat laatste heb ik zelf altijd zeer belangrijk gevonden. Mijn belangrijkste advies is echter: ken je patiënt! Weet niet alleen wat die mankeert, maar ook wat hij of zij begrepen heeft, verwacht en aankan. Een goed begrip is de halve verwerking!”
De komende tijd zal Rutgers nog vijf promovendi blijven begeleiden en voor verzekerden zorgrapportages en -arbitrages opstellen. Daarnaast heeft hij nu eindelijk tijd om een Peugeot 203 uit 1956 op te knappen en mogelijk een boek te schrijven over zijn belevenissen als oncologisch chirurg.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer
Oncologie Up-to-date 2022 vol 13 nummer 1