Met een op ctDNA gebaseerde behandelstrategie hebben minder patiënten met stadium II-coloncarcinoom adjuvante chemotherapie nodig. Het risico op een recidief is daarbij niet verhoogd, blijkt uit de resultaten van de DYNAMIC-studie, die dr. Jeanne Tie (Melbourne, Australië) tijdens de 2022 ASCO Annual Meeting presenteerde.
Bij een groot deel van de patiënten met stadium II-coloncarcinoom kan curatie bereikt worden met alleen chirurgie. Het geven van adjuvante chemotherapie - met als doel het uitroeien van eventuele micrometastasen - is daarbij nog steeds onderwerp van discussie. “Adjuvante chemotherapie wordt op dit moment aanbevolen bij patiënten met hoog-risicokenmerken”, zei Jeanne Tie, “maar slechts een klein deel van hen heeft hier daadwerkelijk profijt van. We hebben een nauwkeurigere methode nodig om het risico op een recidief bij patiënten met stadium II-coloncarcinoom te kunnen voorspellen.” Daarom is in de gerandomiseerde, gecontroleerde fase 2-DYNAMIC-studie onderzocht of het inzetten van adjuvante chemotherapie op geleide van ctDNA het gebruik van chemotherapie kan verminderen zonder dat dit het risico op een recidief verhoogt.1
Positieve ctDNA-uitslag
In totaal zijn 455 patiënten met stadium II-coloncarcinoom in deze studie geïncludeerd. Zij werden gerandomiseerd naar een behandeling op geleide van ctDNA (n=302) of naar adjuvante chemotherapie op basis van de standaard criteria (n=153). Patiënten die werden behandeld op geleide van ctDNA ontvingen in het geval van een positieve ctDNA-uitslag adjuvante chemotherapie. In het geval van een negatieve ctDNA-uitslag werden zij alleen geobserveerd.
“De belangrijkste bevindingen waren dat de strategie op basis van ctDNA leidde tot bijna een halvering van het percentage patiënten dat adjuvante chemotherapie ontving”, zei Tie. In totaal ontving 28% van de patiënten in de standaardgroep chemotherapie na de operatie versus 15% van de patiënten die behandeld werden op basis van de ctDNA-uitslag. “En ondanks dat in deze groep minder patiënten chemotherapie ontvingen, was de kans om in leven en kankervrij te zijn na drie jaar vergelijkbaar tussen beide studiearmen (92% in zowel de standaard- als de ctDNA-groep). Daarnaast was voor patiënten met een positieve ctDNA-uitslag de kans om in leven en kankervrij te zijn 86,4% met adjuvante chemotherapie en voor patiënten met een negatieve ctDNA-uitslag was deze kans 92,5% zonder adjuvante chemotherapie.
Gunstige uitkomsten
Tie concludeerde dat bij stadium II-coloncarcinoom het bepalen van ctDNA na chirurgie kan helpen het aantal patiënten dat adjuvante chemotherapie krijgt, te verminderen. Gezien de gunstige uitkomsten bij patiënten met een positieve ctDNA-uitslag die behandeld werden met chemotherapie, blijkt deze subgroep een substantieel voordeel van deze therapie te hebben. Patiënten met een negatieve ctDNA-uitslag hadden een heel laag risico op een recidief, ondanks dat zij geen chemotherapie ontvingen. “Dit suggereert dat deze groep patiënten weinig voordeel heeft van chemotherapie na chirurgie”, aldus Tie.
Referentie
1. Tie J, et al. J Clin Oncol 2022;40(suppl 17): abstr LBA100.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist