Waarom je als arts zo belangrijk bent voor je patiënt tijdens en na kanker
In het boek met de bovenstaande titel gaat klinisch psycholoog dr. Jeanette van Dongen-Melman, Leids Universitair Medisch Centrum te Leiden, in op de interactie tussen arts en patiënt. Daarbij onderbouwt zij het belang van ‘aardig zijn voor de patiënt’ aan de hand van recente bevindingen uit de affectieve neurowetenschappen.
In 2001 stelde prof. dr. Theo Wagener tijdens zijn afscheidscollege als hoogleraar Medische oncologie aan de Radboud Universiteit te Nijmegen: “Volgens mij is het gesprek het belangrijkste instrument waarover de arts beschikt. Een medische handeling, hoe goed ook uitgevoerd, wordt als een mishandeling ervaren als de communicatie met de patiënt niet goed is.” Het zijn woorden die ruim twintig jaar later naadloos aansluiten bij de strekking van het boek Aardige dokters helpen.
“Uiteraard weten artsen en verpleegkundig specialisten die bij de behandeling van kanker betrokken zijn hoe belangrijk het gesprek met de patiënt is”, stelt Jeanette van Dongen. “Met dit boek wil ik hen een hart onder de riem steken bij dit belangrijke werk. Onder andere door uit te leggen dat praten helemaal geen softe kant van het vak is en dat recente kennis uit de affectieve neurowetenschappen duidelijk maakt hoe de verschillende hersenstructuren hierbij een rol spelen. Zo ontstaan sterke gevoelens als angst en stress in onze evolutionair oudste hersenstructuren: de hersenstam en het limbisch systeem. Hierdoor kan de werking van de moderne hersenlaag, de neocortex, worden lamgelegd. Dat laatste is een belangrijke verklaring voor het bekende feit dat patiënten veel moeite hebben om de medische uitleg van hun behandelaar te begrijpen en/of te onthouden. Want woorden begrijpen doen we met onze neocortex. Andersom hebben mensen moeite angst en andere gevoelens onder woorden te brengen, doordat deze zich afspelen in hersengebieden waar geen woorden zijn, de subcorticale gebieden. Gevoelens moeten vandaaruit eerst worden doorgesluisd naar de neocortex om onder woorden te kunnen worden gebracht. Dat is een proces en een proces kost tijd.”
Werkingsmechanisme
Voor een goede communicatie tussen arts en patiënt is daarom het non-verbale deel van de communicatie heel belangrijk, stelt Van Dongen. “Met non-verbale signalen, zoals het uitstralen van rust, hoop en vertrouwen, en door aardig en begripvol te zijn, kan de dokter de angst en stress bij de patiënt dempen. Voelt de patiënt zich gezien en gehoord, dan voelt de patiënt zich bij de dokter in goede handen. En veilig. Daardoor neemt de blokkade op de neocortex af en staat de patiënt meer open voor woorden. Pas dán is het mogelijk om samen te beslissen over welke behandeling wel of niet zal worden ingezet of kan worden voortgezet. In feite is dit natuurlijk iets dat iedere goede dokter al onbewust doet. De recente bevindingen uit de neurowetenschappen geven hiervoor nu de neuroanatomische en -fysiologische onderbouwing. De manier waarop de verschillende lagen van het brein betrokken zijn bij het opnemen en verwerken van informatie en gevoelens schetsen het werkingsmechanisme van wat praten in de spreekkamer met de patiënt doet. Met praten zoek je als arts verbinding met je patiënt, die zich daardoor in veilige handen weet. Met alle positieve effecten van dien op het welzijn en de kwaliteit van leven van de patiënt. Met dit boek wil ik tegen de artsen zeggen: Besef hoe ongelooflijk belangrijk je voor je patiënt bent. Niet alleen door het medisch-technisch handelen, maar vooral ook door het goede gesprek met de patiënt.”
Kijk- en luistergeld
In zijn afscheidscollege benadrukte Wagener ook het volgende: “Ik betreur het dat door de werkdruk het houden van een goed gesprek met de patiënt soms in het gedrang komt. Ik ben wat dit betreft ook pessimistisch gestemd over de invoering van de zogeheten diagnose-behandel combinaties, de dbc’s.” Van Dongen: “In ons huidige verzekerings- en zorgsysteem is voor dokters amper ruimte om uitgebreid met de patiënt te praten; het systeem is vooral ontworpen op het afrekenen van verrichtingen. Met dit boek wil ik laten zien dat het klinisch belang van praten wetenschappelijk is onderbouwd en dat het daarom een essentieel en onlosmakelijk onderdeel van de behandeling dient te zijn. Bij de invoering van de dbc’s vroegen artsen om kijk- en luistergeld in dbc’s. Dat is er helaas nooit van gekomen: een tekortkoming. Het verminderen van angst, het weer kunnen bereiken van de patiënt, het samen overleggen over de behandelopties en zorg geven aan de patiënt kost als gevolg van de werking van onze hersenen tijd. Dat is een wetenschappelijk feit. Dat het gevoel van de patiënt in goede handen te zijn, onmisbaar is om passende zorg te geven, ook. Want haast nergens liggen leven en kwaliteit van dat leven zo in handen van de arts en is de communicatie daarover met de patiënt zo wezenlijk als in de oncologie.”
Het boek Aardige dokters helpen is te bestellen via www.aardigedokters.nl
Dr. Marten Dooper, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2022 vol 13 nummer 5