Een studie naar de neoadjuvante behandeling van resectabel stadium III-IV-melanoom met talimogene laherparepvec gaf een verbetering van het aantal R0-resecties, de recidiefvrije overleving na één jaar en de algehele overleving, zo bleek uit een posterpresentatie van prof. dr. Reinhard Dummer (Zürich, Zwitserland) tijdens ASCO 2019.
Een interimanalyse van deze studie naar een neoadjuvante behandeling met talimogene laherparepvec (T-VEC) gevolgd door chirurgie werd gepresenteerd tijdens ASCO 2018. De resultaten lieten toen zien dat dit regime in vergelijking met upfront chirurgie bij patiënten met resectabel stadium IIIB/C-IVM1a-melanoom leidde tot een percentage pathologisch complete respons (pCR) van 21% en een totaal responspercentage van 14,7%.1 Deze ASCO presenteerde Reinhard Dummer een analyse van de RFS-resultaten na één jaar.2
Hoge algehele overleving
In totaal werden 150 patiënten 1:1 gerandomiseerd tussen een behandeling met zes doses T-VEC gedurende twaalf weken gevolgd door chirurgie in week 13-18 (arm 1, n=76), en chirurgie in week 1-6 (arm 2, n=74). De mediane duur van de follow-up was 20,6 maanden in arm 1 en 20,0 maanden in arm 2. Driekwart van de patiënten in arm 1 onderging chirurgie zoals gepland. Dit gold voor 93% van de patiënten in arm 2.
Het percentage R0-resecties dat bereikt werd, was 42,1% in arm 1 en 37,8% in arm 2. R1- en R2-resecties werden behaald voor respectievelijk 31,6 en 1,3% van de patiënten in arm 1 en 51,4 en 4,1% van de patiënten in arm 2. Na één jaar was 33,5% van de patiënten in arm 1 en 21,9% van de patiënten in arm 2 recidiefvrij (HR 0,73; p=0,048). Met de sensitiviteitsanalyse stegen deze percentages naar respectievelijk 55,8 en 39,9% (HR 0,63, p=0,024). De percentages voor algehele overleving (OS) na één jaar waren hoog: 95,9% in arm 1 en 85,8% in arm 2 (HR 0,47, p=0,076). In arm 1 ontving 11% van de patiënten adjuvante therapie en in arm 2 was dit 29%, veelal immunotherapie (beide studiearmen).
Met 150 patiënten is dit de grootste studie naar een neoadjuvant behandelregime bij resectabel stadium IIIB/C-IVM1a melanoom tot nu toe, liet Dummer weten. Hij concludeerde dat zowel de uitkomsten wat betreft R0-resecties, RFS na één jaar en OS verbeterden met een neoadjuvante behandeling met T-VEC ten opzichte van chirurgie. De primaire analyse van de RFS na twee jaar wordt binnenkort verwacht.
Referenties
1. Andtbacka RHI, et al. J Clin Oncol 2018;36(suppl): abstr 9508.
2. Dummer R, et al. J Clin Oncol 2019;37(suppl): abstr 9520.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist
Commentaar prof. dr. Christian Blank, internist-oncoloog, Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam
Wat mij betreft waren er op ASCO 2019 drie highlights. Allereerst presenteerde dr. Alexander Menzies een gepoolde analyse van zes studies naar neoadjuvante behandelingen met doelgerichte therapie of immunotherapie.1 De resultaten lieten heel duidelijk zien dat bij de patiënten die neoadjuvant behandeld waren met immunotherapie en een diepe respons behaalden geen sprake was van ziekteterugkeer (in tegenstelling tot bij patiënten met een diepe respons na neoadjuvante doelgerichte therapie). Opgemerkt moet wel worden dat de follow-uptijd nog kort is. Het is echter zo veelbelovend dat ik hoop dat wij snel een fase 3-studie kunnen starten die neoadjuvante met adjuvante immunotherapie vergelijkt.
De tweede highlight was de langetermijnupdate van de studie naar dabrafenib + trametinib.2 In deze studie bleek toch ongeveer 20% van de patiënten op lange termijn baat te hebben van dit behandelregime. Helaas waren de baselineparameters vergelijkbaar met de parameters die bij een behandeling met immunotherapie geassocieerd zijn met een goede uitkomst. We kunnen hier dus nog steeds geen goed onderscheid in maken. Persoonlijk heb ik een lichte voorkeur voor immunotherapie. Een behandeling van vijf jaar met continue doelgerichte therapie is toch belastend voor de patiënt en ook de kosten lopen dan aardig op.
Tot slot was een studie die prof. dr. Reinhard Dummer tijdens de posterdiscussie presenteerde, waarin een neoadjuvante behandeling met T-VEC werd vergeleken met alleen chirurgie, een hoogtepunt.3 Uit de studie bleek dat patiënten die voorbehandeld waren met T-VEC en daarna chirurgie ondergingen, betere uitkomsten hadden dan patiënten die alleen geopereerd werden. De controlearm met alleen chirurgie is tegenwoordig natuurlijk niet meer standaard, dus ik denk dat er nog een studie moet volgen waarin een neoadjuvante behandeling met T-VEC, misschien zelfs in combinatie met immunotherapie, vergeleken wordt met adjuvante immunotherapie.
Referenties
1. Menzies AM, et al. J Clin Oncol 2019;37(suppl): abstr 9503.
2. Nathan PD, et al. J Clin Oncol 2019;37(suppl): abstr 9507.
3. Dummer R, et al. J Clin Oncol 2019;37(suppl): abstr 9520.