Een grootschalig gerandomiseerde fase 3-studie demonstreert dat een genexpressieprofieltest bij borstkankers in de categorie hormoonreceptor-positief, HER2-negatief en vrij van okselkliermetastasen definieert welke patiënten baat hebben bij adjuvante chemotherapie naast hormoontherapie. Het onderzoek suggereert dat zo’n 70% van de vrouwen met deze vroege vorm van borstkanker chemotherapie bespaard kan blijven.
Momenteel valt de helft van borstkankers bij diagnose in de categorie hormoonreceptor-positief, HER2-negatief en zonder okselkliermetastasen. Zo’n 30% van deze grote groep vrouwen heeft na tien jaar een onbehandelbaar recidief en slecht 3-5% heeft enig voordeel van de aanbevolen adjuvante chemotherapie. Er is dus sprake van een aanzienlijke overbehandeling.
Dr. Joseph Sparano (New York, Verenigde Staten) presenteerde de resultaten van de prospectieve TAILORx (Trial Assigning Individualized Options for Treatment), waarin een genexpressietest voor 21 tumorgenen (Oncotype DX) is toegepast om een score voor terugkeer van de ziekte (reccurence score; RS) te bepalen. ”Dit is de grootste studie naar adjuvante behandeling van borstkanker die ooit is uitgevoerd, een project van de ECOG-ACRIN Cancer Research Group en waarin ruim 1.100 instituten uit zes landen en vier continenten participeerden.”
Van 10.273 vrouwen met dit type borstkanker tussen 18 en 75 jaar oud werd het tumorbiopt onderzocht met Oncotype DX, een panel van 21 tumorgenen: op basis van een score tussen 0 en 100 werd de kans bepaald op een recidief binnen tien jaar. Er was uit eerder onderzoek bekend dat een RS tussen 0 en 10 (binnen de huidige studie 17% van de vrouwen) geen voordeel heeft van chemotherapie, en een RS van 26 of meer (14% van de vrouwen) wel: deze groepen kregen dus respectievelijk alleen hormoon- of de combinatietherapie. De 6.711 vrouwen met een RS van 11-15 (69%) werden gerandomiseerd tussen alleen hormoontherapie en de combinatie chemo- en hormoontherapie. De primaire uitkomstmaat was ziektevrije overleving (tijd tot recidief in de aangedane borst, regionale lymfeklieren en/of in andere organen) en de mediane follow-up was 7,5 jaar.
De conclusie is dat hormoontherapie niet inferieur is aan hormoon- plus chemotherapie (HR 1,08; 95% BI 0,94-1,24; p=0,26). De ziektevrije overleving na negen jaar was voor de twee behandelgroepen respectievelijk 83,3% en 84,3%, de terugkeer van metastasen op afstand 94,5% en 95,0% en de algehele overleving 93,9% en 93,8%. In de lage RS-groep (alleen hormoontherapie) was de kans op metastasen op afstand 3%, bij de hoge RS-groep was dat ondanks de chemotherapie 13%. Vrouwen jonger dan 50 jaar hadden 2% minder metastasen op afstand bij een RS 16-25 en 7% minder bij een RS 21-25.
Sparano: “Vrouwen ouder dan 50 jaar met hormoonreceptor-positieve, HER2-negatieve, kliernegatieve borstkanker en een RS 0-25, dus 85% van de borstkankers in deze leeftijdsgroep, hoeven niet langer te worden onderworpen aan chemotherapie. Hetzelfde geldt voor vrouwen met dit type tumor die jonger zijn dan 50 jaar en een RS laten zien van 0-15 (40% van de vrouwen in deze leeftijdsgroep).”
Referentie
1. Sparano J, et al. J Clin Oncol 2018;36 (suppl): abstr LBA1.
Dr. Jan Hein van Dierendonck, wetenschapsjournalist