Tijdens ASCO 2019 in Chicago, Verenigde Staten, presenteerde dr. Edward Garon (Santa Monica, Verenigde Staten) de langetermijnfollow-up van de KEYNOTE-001-studie met pembrolizumab bij patiënten met gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC).1
Deze fase 1b-studie, die in 2011 van start ging, includeerde 550 patiënten met aNSCLC, waarvan 101 niet eerder behandeld waren.2 Bij een mediane follow-up van 60,6 maanden is de huidige analyse tot nu toe de langste follow-up van pembrolizumab bij patiënten met aNSCLC.
Ten tijde van de data-cutoff in november 2018 waren 100 van de 550 patiënten nog in leven. De algehele overleving (OS) na vijf jaar was 23,2% bij de niet eerder behandelde patiënten en 15,5% bij de vooraf behandelde patiënten. Dat is een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de historische vijfjaars OS van 5,5% voorafgaand aan de introductie van immuuntherapie.
Patiënten met een hoge PD-L1-expressie (≥50%) profiteerden het vaakst van de behandeling met pembrolizumab. In de niet eerder behandelde groep was de vijfjaars OS 29,6% bij PD-L1 ≥50% en 15,7% bij een lagere PD-L1-expressie (1-49%). In de vooraf behandelde groep was dat respectievelijk 25,0% en 12,6%. Bij patiënten met een zeer lage PD-L1-expressie (<1%) was de vijfjaars OS 3,5%.
In de meeste studies krijgen patiënten pembrolizumab gedurende twee jaar. Van de 60 patiënten in de KEYNOTE-001-studie die twee jaar of langer pembrolizumab kregen (mediane duur 36 maanden) waren 46 patiënten nog in leven ten tijde van de data-cutoff. Zoals verwacht vertoonde de meerderheid van deze patiënten een objectieve respons. De vijfjaars OS was meer dan 75% in zowel de vooraf behandelde als onbehandelde patiënten.
Omdat dit de langste ervaring is met pembrolizumab bij patiënten met aNSCLC keken de onderzoekers ook naar het late optreden van immuungerelateerde bijwerkingen. Ten opzichte van de follow-up na drie jaar zagen ze echter nauwelijks verschillen. Immuungerelateerde bijwerkingen traden op bij 17% van de patiënten. De meest voorkomende bijwerking was hyperthyroïdie (graad 1-2). De meest serieuze bijwerking was pneumonitis (graad 3 of meer), maar dit kwam weinig voor.
“aNSCLC was tot nu toe een ziekte waarbij het zeer onwaarschijnlijk was dat patiënten langer dan vijf jaar overleven. Het is bemoedigend om een vijfjaars OS van meer dan 15% te zien in deze groep. Vooral indrukwekkend is de vijfjaars OS van meer dan 25% bij patiënten met ≥50% PD-L1-expressie”, aldus Garon. “Deze data bevestigen dat pembrolizumab de potentie heeft om de langetermijnuitkomsten te verbeteren van zowel behandelingsnaïeve als vooraf behandelde patiënten met aNSCLC.”
Referenties
1. Garon EB, et al. J Clin Oncol 2019;37 (suppl); abstr LBA9015.
2. Garon EB, et al. N Eng J Med 2015;372:2018-28.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist