Heeft het bestralen van regionale lymfeklieren na chirurgie voor borstkanker aanvullend voordeel? De afgelopen vijftig jaar werden tal van studies uitgevoerd om een antwoord te kunnen geven op deze vraag. Tijdens het SABC Symposium 2018 presenteerde dr. David Dodwell (Oxford, Verenigd Koninkrijk) de uitkomsten van een meta-analyse.1
Het bestralen van regionale lymfeklieren na een operatie wegens borstkanker is al decennialang in gebruik. Het idee hierachter is dat het bestralen van de regionale klieren - in de oksel, ter hoogte van het sleutelbeen en/of interne mammaire klieren - de overlevingskans van de patiënt vergroot door kankercellen die zich in deze lymfeklieren bevinden te elimineren. Gerandomiseerde klinische studies om het effect van de bestraling van de regionale lymfeklieren in de praktijk te onderzoeken werden al sinds de jaren zestig van de afgelopen eeuw uitgevoerd, waarbij de bestralingstechniek uiteraard in de loop van de tijd is verfijnd.
De Early Breast Cancer Trialists’ Collaboration Group (EBCTCG) heeft nu op basis van veertien van dergelijke studies, met in totaal ruim 13.500 deelnemers, een meta-analyse uitgevoerd. Van deze veertien studies waren acht gestart tussen 1961 en 1978 (samen ongeveer 2.500 deelnemers) en zes gestart na 1989 (samen ongeveer 11.000 deelnemers).
Oude en nieuwe studies
Een analyse van de gegevens van alle deelnemers toont aan dat regionale bestraling leidt tot een statistisch significante afname van het risico op terugkeer van de ziekte (HR 0,89; 95% BI 0,83-0,93; p=0,002) alsmede een statistisch significante afname van de sterfte als gevolg van borstkanker (HR 0,88; 95% BI 0,82-0,96; p=0,003). Dit beeld verandert echter als de oude en nieuwere studies apart van elkaar worden geanalyseerd. De meta-analyse van de acht oude studies laat geen reductie zien van het risico op terugkeer van ziekte door regionale bestraling (HR 0,98; 95% BI 0,85-1,13; p=0,80) en evenmin winst ten aanzien van de totale overleving (HR 1,04; 95% BI 0,90-1,20; p=0,58). Het risico op niet-borstkankergerelateerde sterfte is bij toepassen van regionale bestraling in de oude studies zelfs statistisch significant hoger dan zonder regionale bestraling (HR 1,45; 95% BI 1,21-1,71; p=0,00006). Dit laatste is volgens David Dodwell en collega’s toe te schrijven aan de schade die de oude bestralingstechnieken (>8 Gy gemiddelde hartdosis) veroorzaakt aan met name het hart en de longen.
In de nieuwe studies levert regionale bestraling wel winst op. Het risico op terugkeer van de ziekte tijdens de follow-upperiode daalt bij regionale bestraling statistisch significant (HR 0,86; 95% BI 0,79-0,94; p=0,0005) alsook het risico op sterfte door borstkanker (HR 0,82; 95% BI 0,75-0,90; p=0,00006) en het risico op overlijden in het algemeen (HR 0,87; 95% BI 0,80-0,94; p=0,003). Het risico op niet-borstkankergerelateerde sterfte is in de nieuwere studies met of zonder regionale bestraling identiek (HR 0,96; 95% BI 0,79-1,16; p=0,66).
Aantal klieren
Een subgroepanalyse laat zien dat als de patiënten van de nieuwe studies worden opgesplitst naar het aantal positieve lymfeklieren, het toepassen van regionale radiotherapie alleen tot een statistisch significant lagere borstkankergerelateerde sterfte leidt bij patiënten met vier of meer positieve lymfeklieren. Bij minder dan vier positieve klieren is er weliswaar een numeriek voordeel van regionale bestraling, maar geen statistisch significant voordeel. Het al dan niet geven van adjuvante chemotherapie of endocriene therapie heeft geen invloed op het (positieve) effect van de regionale bestraling in de nieuwe studies.
Op basis van deze resultaten - van studies die ook alweer minstens vijftien jaar geleden zijn gestart, waarschuwt Dodwell - concluderen de onderzoekers dat regionale bestraling met name zinvol is bij patiënten met minstens vier positieve klieren. De uitdaging is nu om de regionale bestraling optimaal in te passen in de inmiddels sterk uitgebreide therapeutische opties die vandaag de dag kunnen worden ingezet bij vrouwen met vroeg-stadiumborstkanker, aldus Dodwell.
Referentie
1. Dodwell D, et al. SABCS 2018; abstr GS4-02.
Dr. Marten Dooper, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2019 vol 10 nummer 1