Fase 1-studies lieten eerder zien dat pembrolizumab veilig is en aanzienlijke activiteit vertoont bij maagkankerpatiënten. Uit de resultaten van de fase 2-KEYNOTE-059-studie blijkt nu dat pembrolizumabmonotherapie zowel in de eerste als latere lijn geassocieerd is met een gunstige uitkomst bij patiënten met recidief of gemetastaseerd maagcarcinoom of adenocarcinoom van de gastro-oesofageale overgang. Bovendien bleek de PD-1-remmer in de eerste lijn ook actief in combinatie met chemotherapie.
Fase 1-studies lieten eerder zien dat PD-1-remmer pembrolizumab bij patiënten met PD-L1-positief, gevorderd maagcarcinoom geassocieerd is met hanteerbare toxiciteit en aanzienlijke antitumoractiviteit.1,2 Op grond van deze positieve resultaten vergeleek de fase 2-KEYNOTE-059-studie de uitkomst van drie verschillende behandelingen met pembrolizumab bij patiënten met recidief of gemetastaseerd maagcarcinoom of adenocarcinoom van de gastro-oesofageale overgang (G/GEJ).3 In cohort 1 kregen eerder behandelde patiënten pembrolizumabmonotherapie, in cohort 2 werden patiënten in de eerste lijn behandeld met pembrolizumab plus chemotherapie (cisplatine en 5-FU of capecitabine) en in cohort 3 werden patiënten met PD-L1-positieve, nieuw-gediagnosticeerde tumoren behandeld met pembrolizumabmonotherapie. De patiënten werden behandeld met 35 cycli dan wel tot progressie of ondraaglijke toxiciteit. De primaire uitkomstmaten waren de toxiciteit en het algemene responspercentage (ORR).
Veelbelovende uitkomst
In cohorten 1 (n=259), 2 (n=25) en 3 (n=31) werd bij respectievelijk 61%, 100% en 77% van de patiënten behandelingsgerelateerde bijwerkingen geconstateerd. Dit was 18%, 76% en 23% voor behandelingsgerelateerde bijwerkingen van graad drie of hoger. “De frequentste graad 3- tot en met 4-bijwerkingen in cohort 1 waren anemie (3%), vermoeidheid (2%) en dehydratie (1%). In dit cohort waren de meest voorkomende immuun- en infusiegerelateerde bijwerkingen van elke graad hypothyreoïdie (9%), hyperthyreoïdie (4%) en colitis (2%). In cohort 2 waren de frequentste graad 3- en 4-bijwerkingen neutropenie (24%), stomatitis (20%) en anemie, trombocytopenie, vermoeidheid en verminderde eetlust (elk 8%). In dit cohort waren de meeste voorkomende immuungerelateerde bijwerkingen van elke graad pneumonitis (13%), colitis en huiduitslag (elk 3%)”, aldus onderzoeker dr. Zev Wainberg (Los Angeles, Verenigde Staten) tijdens ESMO 2017.
In cohorten 1, 2 en 3 was de ORR respectievelijk 12%, 60% en 26%. Verder was in cohort 1 de ORR 16% en 6% bij patiënten met respectievelijk PD-L1-positieve en –negatieve tumoren. In cohort 2 was dit 69% en 38%. De mediane responsduur was 14,2, 4,6 en 9,6 maanden in respectievelijk cohort 1 tot en met 3. Daarnaast was de mediane progressievrije overleving in de drie cohorten respectievelijk 2,0, 6,6 en 3,3 maanden, en de algemene overleving 5,5, 13,8 en 20,7 maanden.
De gerandomiseerde fase 3-KEYNOTE-061 en -062-studies zullen meer inzicht geven in de uitkomst van pembrolizumab bij respectievelijk eerder behandelde of nieuw gediagnosticeerde G/GEJ-patiënten.
Referenties
1. Muro K, et al. Lancet Oncol 2016;17:717-26.
2. Doi T, et al. J Clin Oncol 2016;34(suppl 4S): abst 7.
3. Wainberg ZA, et al. ESMO 2017; abstr LBA28.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer