Bij 38,2% van de patiënten met gevorderd heldercellig niercelcarcinoom leidt eerstelijnsbehandeling met pembrolizumab tot een respons. Dat blijkt uit de fase 2, open-label KEYNOTE-427-studie, gepresenteerd tijdens de 2018 ASCO Annual Meeting.
De KEYNOTE-427-studie is de eerste studie waarin eerstelijnsmonotherapie met een anti-PD-1-medicijn werd onderzocht bij patiënten met gevorderd heldercellig niercelcarcinoom.1PD-L1-blokkade met atezolizumabmonotherapie toonde al eerder beloftevolle resultaten.2
De KEYNOTE-427-studie includeerde 274 niet eerder behandelde patiënten met recidief of gevorderd heldercellig en niet-heldercellig niercelcarcinoom. Zij werden aan de hand van het type tumor verdeeld in twee cohorten. 110 patiënten met heldercellig niercelcarcinoom werden behandeld in cohort A en 164 patiënten met niet-heldercellig niercelcarcinoom werden behandeld in cohort B. Zij kregen allen 200 mg pembrolizumab iedere 3 weken. In Chicago presenteerde David McDermott (Beth Israel Deaconess, Verenigde Staten) de resultaten van de patiënten uit cohort A.
McDermott vertelde dat na een follow-up van mediaan 12,1 maanden, de primaire uitkomstmaat van de studie, het objectieve responspercentage, 38,2% was (n=42). Er waren drie complete responsen en daarnaast 39 partiële responsen. Verder was bij 31,8% sprake van stabiele ziekte. De disease control ratewas daarmee 59,1%. Een waterfall-plot toonde dat bij 67,3% van de patiënten behandeld met pembrolizumab sprake was van een afname van de grootte van de tumor (n=74). Bij 14,5% (n=16) nam de tumor met 80% of meer af, en bij 7,3% (n=8) nam de tumorgrootte met 100% af.
De mediane progressievrije overleving in het cohort was 8,7 maanden, en na 6 maanden was nog 60,2% vrij van progressie. De mediane algemene overleving is nog niet bereikt, en na 12 maanden was nog 88,4% in leven.
In het totale cohort is de mediane duur van de respons nog niet bereikt. Wel is al duidelijk dat de duur van de respons bij 74,8% van de patiënten langer was dan 6 maanden. McDermott toonde ook dat bij een aantal patiënten de respons voortduurde nadat de behandeling was gestopt.
Pembrolizumab was verder zowel actief bij patiënten met een gunstige en minder gunstige prognose. In de favorableIMDC-risicogroep (n=41) was het responspercentage 31,7% en in de intermediate/poorrisicogroep (n=69) was het responspercentage 4%. McDermott vertelde verder dat er in alle risicogroepen patiënten waren die een complete en duurzame respons vertoonden.
De resultaten werden eveneens geanalyseerd aan de hand van de PD-L1-expressie in het tumorweefsel. De expressie werd gemeten met een zogenoemde combined positive score(CPS; het aantal PD-L1-positieve cellen/totaal aantal cellen op een coupe x 100). Een PD-L1-positieve expressie werd gedefinieerd als een CPS≥1. Bij de 46 patiënten met PD-L1-expressie was het responspercentage 50%. Bij de 53 patiënten met CPS<1 was het responspercentage 26,4%. In een subgroep van 11 patiënten waarbij geen PD-L1-analyse mogelijk was, was het responspercentage 45,5%. McDermott merkte op dat alle patiënten met een complete respons deel uitmaakten van de groep met CPS van 1 of hoger.
Bijwerkingen traden op bij 80% van de deelnemers. Bij 21,8% was sprake van graad 3/4-bijwerkingen, met name diarree en colitis. 11% van de deelnemers (n=12) stopte met de behandeling vanwege bijwerkingen. Verder overleed 1 patiënt als gevolg van een aan de behandeling gerelateerde longontsteking.
McDermott concludeerde dat pembrolizumabmonotherapie beloftevolle anti-tumoractiviteit vertoonde bij de eerstelijnsbehandeling van heldercellig niercelcarcinoom. Hij stelde dat de resultaten ondersteuning bieden voor het onderzoek naar pembrolizumab in de adjuvante setting (in KEYNOTE-564).
Referenties
1.McDermott DF, et al. J Clin Oncol 2018;36 (suppl): abstr 4500.
2. Atkins MB, et al. J Clin Oncol 2017;35 (suppl): abstr 4505.
Drs. Twan van Venrooij, wetenschapsjournalist