De tweede interimanalyse van de ASTRIS-studie toont dat bij NSCLC-patiënten met de EGFRT790M-mutatie behandeling met osimertinib gepaard gaat met vergelijkbare uitkomsten als in de klinische studies met dit middel. Dat toonden onderzoekers tijdens het IASLC 19th World Congres on Lung Cancer in Toronto, Canada.1
De ASTRIS-studie is een internationale, open-label, fase 3-studie waarin de effectiviteit en veiligheid wordt onderzocht van osimertinib bij patiënten met gevorderd, EGFRT790M-mutatiepositief NSCLC. Het beoogde aantal geïncludeerde patiënten is ongeveer 3.500. De belangrijkste inclusiecriteria zijn dat patiënten een eerdere behandeling met EGFR-therapie moeten hebben ondergaan, de aanwezigheid van de T790M-mutatie en een WHO performance statusvan 0-2. Patiënten met asymptomatische hersenmetastasen die niet werden behandeld met corticosteroïden binnen twee weken voorafgaand aan behandeling met osimertinib mochten deelnemen aan de studie. Deelnemers werden behandeld met de EGFR-remmer tot dit geen klinisch voordeel meer opleverde. De primaire uitkomstmaat van de studie was de overleving.Yi-Long Wu (Guandong General Hospital & Guangdong Academy of Medical Sciences, China) vertelde dat de studie momenteel nog steeds loopt en dat de geplande, tweede interimanalyse gebaseerd was op data van 3.014 patiënten. Hij benadrukte dat in het bijzonder was gekeken naar enkele subgroepen, zoals patiënten met een WHO performance statusvan 2 en patiënten met een leeftijd van 75 of hoger. De mediane leeftijd van de deelnemers aan de studie was 62 jaar (27-92), 396 patiënten (13%) waren 75 jaar of ouder. Een WHO performance statusvan 0, 1 en 2 kwam voor bij respectievelijk 792 (26%), 1.903 (63%) en 318 (11%) patiënten. Wu: “Het klinische responspercentage van de totale populatie was 56,1% en de mediane tijd tot het stoppen met de behandeling bedroeg 12,6 maanden. De data over de overleving van de patiënten waren nog niet geschikt voor analyse, maar lieten wel zien dat na twaalf maanden 75,8% van de patiënten in leven was (95% BI 73,7-77,8). Na achttien maanden was dit het geval bij 63,4% (95% BI 59,7-66,09). De mediane progressievrije overleving was elf maanden (95% BI 10,6-11,1). Dit komt goed overeen met de bevindingen in de AURA-2-studie.” Verder was de mediane progressievrije overleving van de patiënten ouder dan 75 jaar 11,8 maanden, ten opzichte van 10,9 maanden bij de groep jonger dan 75. Patiënten met een WHO-performancescore van 2 hadden een mediane progressievrije overleving van 6,9 maanden, versus 11,1 maanden bij een performancescore van 0 of 1. Bij aanwezigheid van hersenmetastasen was de mediane progressievrije overleving 9,7 maanden ten opzichte van 11,9 maanden bij mensen zonder hersenmetastasen. “Ook de resultaten uit de subgroepanalyses bevestigen de bevindingen uit de klinische studies”, aldus Wu. Wu vertelde verder dat er geen nieuwe bijwerkingen waren gerapporteerd en dat bijwerkingen optraden bij 24%. Ernstige bijwerkingen werden gezien bij 17% van de patiënten, en bij 11% was het nodig om de dosering te reduceren. 3% van de patiënten overleed als gevolg van bijwerkingen.De bevindingen van de grote, wereldwijde ASTRIS-studie komen overeen met de resultaten van de AURA-studies met osimertinib, concludeerde Wu. “De resultaten laten verder een consistente activiteit zien bij patiënten boven en onder de 75 jaar. Ook tonen de data dat patiënten met een slechte performancescore eveneens baat hebben bij osimertinib, hoewel zoals te verwachten minder dan degenen met een performancescore van 0 of 1.”
Referentie
1. Wu Y, et al. WCLC 2018, abstract MA02.03.
Drs. Twan van Venrooij, wetenschapsjournalist