Inductietherapie met ixazomib, thalidomide en dexamethason zorgde voor een hoge respons van 81% bij nieuw-gediagnosticeerde patiënten met multipel myeloom. De daaropvolgende onderhoudstherapie met ixazomib had geen effect op de ziektevrije overleving, maar leidde ook niet tot extra toxiciteit. Dat blijkt uit de resultaten van de fase 2-studie HOVON 126/Nmsg 21#13, die prof. dr. Sonja Zweegman (Amsterdam UMC, locatie VUmc) presenteerde tijdens de 60eASH Annual Conference in San Diego (Verenigde Staten).1
Bij nieuw-gediagnosticeerd multipel myeloom (NDMM) resulteert behandeling met een combinatie van een proteasoomremmer en een immuunmodulerend middel (IMiD) in betere uitkomsten dan monotherapie met een proteasoomremmer of IMiD, ook bij oudere patiënten die niet in aanmerking komen voor een stamceltransplantatie. Onderhoudstherapie met bortezomib lijkt deze resultaten verder te verbeteren, maar de toxiciteit blijft een punt van aandacht.2,3,4 Bovendien gaat bij onderhoudstherapie de voorkeur uit naar een oraal regime.
Ixazomib is een orale proteasoomremmer. In een fase 2-studie evalueerden Zweegman en collega’s inductietherapie met ixazomib, thalidomide en dexamethason (ITd), gevolgd door randomisatie tussen onderhoudstherapie met ixazomib of placebo. De onderzoekers includeerden 143 oudere patiënten met NDMM die niet voor transplantatie in aanmerking kwamen. Zij ontvingen negen 28-daagse cycli inductietherapie. 78 patiënten werden gerandomiseerd voor onderhoudstherapie, tot aan ziekteprogressie. De primaire uitkomstmaten waren het totale responspercentage (ORR) met de inductietherapie, en de progressievrije overleving (PFS) van onderhoudstherapie met ixazomib versus placebo. De mediane leeftijd bij diagnose was 73 jaar, 36% van de patiënten was ouder dan 75 jaar. Patiënten die randomisatie voor onderhoudstherapie bereikten waren wat jonger, hadden een lager ISS-ziektestadium en een wat betere performance score.
“Met de ITd-inductie was de ORR hoog, 81%”, meldde Zweegman. “47% bereikte een zeer goede partiële respons. Van de patiënten die minstens tot aan randomisatie in de studie bleven vertoonde 72% een zeer goede partiële respons in de placeboarm, en 62% in de ixazomibarm. Tijdens onderhoudstherapie verbeterde de respons in beide armen in gelijke mate, bij 13% van de patiënten.” In overeenstemming hiermee zagen de onderzoekers geen significant verschil in de mediane PFS vanaf randomisatie, deze was 9,5 maanden met ixazomib versus 8,4 maanden met placebo (HR 0,80; p=0,39). Ook de tweejaars-PFS was niet significant verschillend (respectievelijk 77% versus 65%; HR 0,59; p=0,24).
Bijwerkingen van graad 3-4 traden vooral op tijdens inductie, en waren vooral gerelateerd aan thalidomide. Neuropathie van graad 3 kwam voor bij 5% van de patiënten, er was geen graad 4-neuropathie. De onderzoekers zagen tijdens de onderhoudsfase geen extra toxiciteit met ixazomib ten opzichte van placebo. Ziekteprogressie was de belangrijkste reden om te stoppen met ixazomib-of placebo-onderhoudstherapie.
Zweegman denkt dat de mediane follow-up van 23,4 maanden na randomisatie mogelijk te kort is om een effect van ixazomibonderhoudstherapie te kunnen zien. Daarnaast zou de dosis te laag kunnen zijn; in vitro is de activiteit van ixazomib lager dan die van bortezomib. Bovendien is dit een fase 2-studie, met een beperkt aantal patiënten. Ze kijkt uit naar de resultaten van TOURMALINE MM4, een gerandomiseerde fase 3-studie naar het effect van ixazomibonderhoudstherapie.
Referenties
1. Zweegman S, et al. ASH 2018: abstr 800.
2. San Miguel JF, et al. N Engl J Med 2008;359:906-17.
3. Mateos MV, et al. Lancet Oncol 2010;11:934-41.
4. Mateos MV, et al. Ann Hematol 2016;95:2033-41.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist