Behandeling met mogamulizumab zorgde voor een significant langere progressievrije overleving, een hogere mate van respons, en verbeterde kwaliteit van leven in vergelijking met vorinostat bij patiënten met gevorderd cutaan T-cellymfoom (CTCL). Tijdens het ASH-congres in Atlanta presenteerde dr. Youn Kim (Stanford, Verenigde Staten) de eerste, bemoedigende resultaten van de fase 3-studie MAVORIC.
Cutaan T-cellymfoom (CTCL) is een relatief zeldzame vorm, waarbij de gebruikelijke chemotherapie voor lymfomen niet goed lijkt te werken. Patiënten met gevorderd CTCL hebben een slechte prognose. Bovendien hebben hardnekkige jeuk en terugkerende infecties een grote invloed op de kwaliteit van leven. De chemokinereceptor 4 (CCR4) is betrokken bij het transport van T-lymfocyten naar de huid en andere organen, en komt verhoogd tot expressie bij CTCL. Mogamulizumab, een monoklonaal antilichaam gericht tegen deze receptor, liet in een fase 1/2-studie bij CTCL-patiënten veelbelovende resultaten zien. Daarom zetten Kim en collega’s de grote, gerandomiseerde fase 3-studie MAVORIC op, waarin mogamulizumab werd vergeleken met vorinostat, de huidige standaardbehandeling bij patiënten met gevorderd CTCL.1 “Dit is de grootste gerandomiseerde studie in CTCL tot nu toe met progressievrije overleving (PFS) als eindpunt”, aldus Kim.
Het duurde ruim drie jaar om 372 patiënten te includeren uit 59 centra in elf verschillende landen. Alle patiënten hadden CTCL stadium IB of hoger, van het type mycosis fungoides (MF) of Sézarysyndroom (SS), en waren refractair of vertoonden progressie na één of meer systemische therapieën. Expressie van CCR4 was geen inclusiecriterium. Na randomisatie ontving de ene helft van de patiënten mogamulizumab (1 mg/kg, in de eerste maand wekelijks, daarna tweewekelijks), en de andere helft kreeg vorinostat (400 mg, dagelijks), tot progressie of ondraaglijke toxiciteit. Patiënten in de vorinostatgroep mochten daarna overstappen op mogamulizumab.
“De mediane PFS, de primaire uitkomstmaat, was 7,7 maanden in de mogamulizumab- en 3,1 maanden in de vorinostatarm; een opvallend, indrukwekkend, superieur resultaat met mogamulizumab (p<0,0001)”, zei Kim. Het algeheleresponspercentage (ORR) was 28% met mogamulizumab vergeleken met 4,8% met vorinostat. Voor CTCL van het type SS was dit respectievelijk 37% en 2,3%. “Dit is een bevestigde, samengestelde respons van alle compartimenten: huid, lymfklieren, bloed en viscera zijn allemaal geïntegreerd in deze ORR. Het is dus niet alleen een respons van de huid.” De mediane duur van respons was 14,1 maanden met mogamulizumab versus 9,1 maanden met vorinostat, de mediane tijd tot respons was respectievelijk 3,3 versus 5,1 maanden.
Patiëntgerapporteerde uitkomsten lieten een significante verbetering zien van de kwaliteit van leven bij behandeling met mogalizumab. De bijwerkingen kwamen overeen met eerdere rapporten en waren goed te behandelen.
“Deze studie ondersteunt mogamulizumab als een waardevolle nieuwe therapeutische optie in patiënten met CTCL”, aldus Kim. In Japan is dit middel goedgekeurd voor gebruik bij CTCL, adulte T-celleukemie/lymfoom (ATL) en perifeer T-cellymfoom (PTCL), waarbij CCR4 ook verhoogd tot expressie komt. De onderzoekers hebben op basis van deze studie goedkeuring aangevraagd bij de FDA, en hopen die begin volgend jaar te krijgen, om dit middel toe te kunnen voegen aan de beperkte behandelmogelijkheden voor CTCL-patiënten.
Referentie
1. Kim YH, et al. ASH 2017: abstract 817.
Dr. Astrid Danen, medical writer