De langverwachte resultaten van de Nederlands/Belgische NELSON-studie laten zien dat longkankerscreening van mensen met een hoog risico op longkanker de sterfte aan de ziekte aanzienlijk reduceert. Bij mannen nam het risico met 26% af en bij vrouwen met 39-61%, rapporteerde hoofdonderzoeker prof. dr. Harry de Koning (Erasmus MC, Rotterdam) tijdens het IASLC 19th World Congres on Lung Cancer in Toronto, Canada.1
Deelnemers aan de NELSON-studie waren Nederlandse en Belgische mannen en vrouwen tussen 50 en 74 jaar oud die tussen 2003 en 2006 een vragenlijst invulden over hun gezondheid. 16.000 mensen van wie op basis van hun antwoorden het risico op longkanker als relatief hoog werd ingeschat, werden uitgenodigd voor deelname aan de studie. Inclusiecriteria waren het roken van tien sigaretten per dag gedurende minimaal dertig jaar of het roken van vijftien sigaretten per dag gedurende minimaal 25 jaar. Uiteindelijk namen 15.792 mensen deel. De helft van hen werd vier keer gescreend met een CT-scan, met tussenpozen van één, twee en tweeënhalf jaar, terwijl de andere helft standaardzorg ontving.
De Koning benadrukte tijdens de presentatie van de resultaten enkele belangrijke kenmerken van de studie. Zo werden het volume van de gevonden nodules en de verdubbelingstijd van deze volumes gebruikt om beslissingen te nemen over de testresultaten. Ook was er een centraal punt waar de CT-scans werden beoordeeld en was er een expertcomité dat de doodsoorzaak van deelnemers vaststelde, mede op basis van het bevolkingsregister. De Koning vertelde verder dat de studie oorspronkelijk bedoeld was om bij mannen met een hoog-risico een vermindering van de sterfte na tien jaar aan te tonen van minimaal 25%, maar dat een kleine subgroep van 16% bestond uit vrouwen.”
Volumeverdubbelingstijd
In totaal werden 27.053 scans uitgevoerd, 86% van alle geplande CT-scans. Bij 9,3% van de deelnemers vonden naar aanleiding van de bevindingen binnen twee maanden extra scans plaats om de volumeverdubbelingstijd te bepalen. Uiteindelijk werd 2,3% van de deelnemers verwezen voor verder onderzoek van de gevonden nodules.
In Toronto toonde De Koning de resultaten voor mannen en vrouwen afzonderlijk. In de gescreende groep mannen stierven 157 mensen als gevolg van longkanker ten opzichte van 214 mannen in de controlegroep. Daarmee was de lung cancer mortality rate rationa tien jaar 0,74 (95% BI 0,60-0,91), ofwel een significante vermindering van de sterfte met 26%. Na negen en acht jaar was de reductie respectievelijk 24% en 25%. De Koning: “In de groep vrouwen zien we na tien, negen en acht jaar lung cancer mortality rate ratiosvan respectievelijk 0,61, 0,47 en 0,39. Na acht en negen jaar waren deze ratio’s significant verschillend ten opzichte van de controlegroep.”
Minder stadium IV
Daarnaast bleek dat in de gescreende groep aanzienlijk vaker vroeg-stadium-longkanker werd vastgesteld. Terwijl in de controlearm bij bijna 50% van de deelnemers stadium IV-longkanker werd vastgesteld, was dit in de gescreende groep slechts bij ongeveer 10% het geval. Bij de gescreende patiënten werd daarentegen relatief vaak stadium Ia-longkanker ontdekt; ongeveer de helft van de patiënten viel in deze categorie en in totaal was bij 69% sprake van stadium Ia of Ib.
De Koning concludeerde: “CT-gebaseerde longkankerscreening van voormalige en huidige rokers leidt tot een relatief laag aantal patiënten dat voor verder onderzoek wordt verwezen en gaat gepaard met een substantiële reductie van de longkankermortaliteit bij zowel mannen als vrouwen. Deze resultaten geven een gunstiger beeld van screening dan de uitkomsten van de NLST-studie en suggereren dat het effect van screening bij mannen en vrouwen verschillend is.”
Referentie
1. De Koning HJ, et al. WCLC 2018, abstract PL02.05.
Drs. Twan van Venrooij, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2018 vol 9 nummer 6