Ook op de lange termijn biedt pembrolizumab een overlevingsvoordeel en een gunstiger toxiciteitsprofiel in vergelijking met chemotherapie in de eerste lijn bij patiënten met gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) en hoge PD-L1-expressie. Tijdens de IASLC 20th World Conference on Lung Cancer in Barcelona, Spanje, presenteerde dr. Martin Reck (Grosshansdorf, Duitsland) een update van de KEYNOTE-024-studie, inclusief de resultaten van patiënten die twee jaar behandeling voltooiden en patiënten die een tweede kuur pembrolizumab kregen.1
Pembrolizumab is een eerstelijnsbehandeloptie voor patiënten met gevorderd of gemetastaseerd NSCLC, als monotherapie bij PD-L1-expressie ≥1%, of in combinatie met platinumhoudende chemotherapie onafhankelijk van PD-L1-expressie. De KEYNOTE-024-studie toonde aan dat pembrolizumab superieure uitkomsten geeft in vergelijking met platinumhoudende chemotherapie bij onbehandelde patiënten met gemetastaseerd NSCLC zonder EGFR/ALK-alteraties en met hoge PD-L1-expressie (≥50%), bij een mediane follow-up van 11,2 maanden.2
In de KEYNOTE-024-studie werden 305 patiënten gerandomiseerd tussen pembrolizumabmonotherapie (n=154) of platinumhoudende chemotherapie (n=151). Bij progressie was cross-over toegestaan, en in de chemotherapiearm stapte 65% van de patiënten over naar pembrolizumab of een andere checkpointremmer. Martin Reck presenteerde de resultaten bij een mediane follow-up van 44,4 maanden.
“Bij een follow-up van meer dan drie jaar is nog steeds een OS-voordeel zichtbaar, ondanks cross-over van 65% van de patiënten in de chemotherapiearm”, aldus Reck. De mediane algehele overleving (OS) was 26,3 maanden met pembrolizumab versus 14,2 maanden met chemotherapie (HR 0,65; p=0,001). De driejaars OS verbeterde van 24,9% met chemotherapie naar 43,7% met pembrolizumab. In de pembrolizumabarm was de mediane behandelduur langer (7,9 versus 3,5 maanden), maar desondanks was het aantal behandelingsgerelateerde bijwerkingen lager (alle graden: 77% versus 90%; graad 3-5: 31% versus 53%). Immuungerelateerde bijwerkingen kwamen vaker voor met pembrolizumab dan met chemotherapie (alle graden: 34% versus 5%), maar deze waren voornamelijk mild en de onderzoekers zagen geen grote verschillen ten opzichte van de eerste analyse van de studie.
Een groep van 38 patiënten voltooide de twee jaar durende behandeling met pembrolizumab. “In deze groep zagen we duurzame ziektecontrole”, meldde Reck. Het totale responspercentage (ORR) in deze groep was 82%, inclusief drie patiënten die complete remissie bereikten. 81% had een responsduur van 24 maanden of langer. Ten tijde van de analyse was 89% nog in leven, en 58% vertoonde een voortdurende respons. De behandeling werd goed verdragen, met een vergelijkbare frequentie van immuungerelateerde bijwerkingen (alle graden: 26%; graad 3-4: 5%).
Tien patiënten die de twee jaar durende behandeling met pembrolizumab voltooiden werden bij latere ziekteprogressie opnieuw behandeld met pembrolizumab. Zeven van hen vertoonden opnieuw partiële remissie of stabiele ziekte, en vijf van hen worden nog steeds behandeld. “Deze preliminaire resultaten laten zien dat een tweede kuur met pembrolizumab haalbaar is”, besloot Reck.
Referenties
1. Reck M, et al. IASLC WCLC 2019; abstr OA14.01.
2. Reck M, et al. N Engl J Med 2016;375:1823-33.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist.