Hoofdhuidkoeling bij chemotherapie zorgt er bij 57% van de patiënten voor dat ze geen pruik of hoofdbedekking nodig hebben, zo blijkt uit onderzoeksresultaten die IKNL-onderzoekster dr. Corina van den Hurk presenteerde tijdens ASCO 2019 in Chicago, Verenigde Staten.1 De resultaten variëren echter sterk per type chemotherapie. Het haar vooraf nat maken kan het effect verder verbeteren.
Voor de meeste kankerpatiënten heeft haaruitval door chemotherapie veel impact in hun dagelijks leven. “Sommige patiënten vinden het minder van belang, maar de meeste patiënten hebben er veel moeite mee, omdat ze daardoor de hele dag eraan herinnerd worden dat ze ziek zijn”, vertelt Corina van den Hurk, onderzoeker bij het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).
Dankzij hoofdhuidkoeling tijdens de chemotherapie kan haaruitval tegenwoordig in veel gevallen voorkomen of verminderd worden. Patiënten krijgen hiervoor een koelkap op hun hoofd, dertig tot vijfenveertig minuten voordat de toediening van de chemotherapie begint tot negentig minuten nadat de toediening is afgerond. Hierdoor koelt de huid af van de normale temperatuur van zo’n 32 graden naar een temperatuur van 15 tot 25 graden. De exacte temperatuurdaling verschilt per persoon en is met name afhankelijk van de mate van isolatie door lucht en haren, maar ook van intrinsieke factoren.
In Nederland wordt hoofdhuidkoeling al toegepast sinds 2005. Andere landen zijn hiermee pas later van start gegaan. In de Verenigde Staten is hoofdhuidkoeling goedgekeurd door de FDA sinds 2015 voor borstkanker en sinds 2017 voor solide tumoren. Sinds 2019 is hoofdhuidkoeling ook opgenomen in de richtlijnen van de NCCN.
Grootschalige registratie
Het IKNL is in 2006 van start gegaan met een prospectieve registratie om te kijken naar de effectiviteit van hoofdhuidkoeling en om te zien welke aanpak het beste werkt. “Van 2006 tot 2017 zijn gegevens verzameld van ruim 7.000 patiënten vanuit 68 verschillende ziekenhuislocaties in Nederland. Daarmee hebben we nu een schat aan gegevens waar we veel van kunnen leren voor de dagelijkse praktijk”, vertelt Van den Hurk.
Wisselende resultaten
“Het resultaat van hoofdhuidkoeling blijkt erg te verschillen per type chemotherapie”, vervolgt Van den Hurk. “We hebben heel goede resultaten gezien bij taxanen, met name docetaxel. We zagen bijvoorbeeld bij een dosering van 75 mg/m2 docetaxel dat 93% van de patiënten een goed resultaat behaalt met hoofdhuidkoeling en dus geen pruik of hoofdbedekking nodig heeft. Maar bij een combinatie van antracyclines en taxanen werkt het veel minder goed. Bij de TAC-kuur, die veel wordt gegeven bij borstkanker, is het resultaat zelfs maar 12%. De rest van de chemo’s zitten daar ergens tussenin, met een gemiddeld resultaat van 57%.” Verder bleek dat bij mensen met een Afrikaanse of Aziatische achtergrond de resultaten minder goed waren dan bij mensen met een westers type haar.
Haar nat maken
Volgens Van den Hurk moet dit beter kunnen. Allereerst wil ze graag in heel Nederland doorvoeren dat het haar van patiënten voor de koeling wordt natgemaakt. “Dit gebeurt nu nog niet in alle ziekenhuizen, maar in de multivariate analyse hebben we gezien dat dit positief bijdraagt aan het effect”, verklaart Van den Hurk. Daarnaast pleit ze voor geïndividualiseerde koelmethodes, waarbij beter gekeken wordt naar de hoofdhuidtemperatuur en de nakoeltijd. De onderzoekster is nu bezig met het opzetten van een internationale registratie onder patiënten met en zonder hoofdhuidkoeling in de Verenigde Staten, Australië, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. “Zowel de temperatuur als de koeltijd zijn aspecten waarmee we de resultaten verder kunnen verbeteren. Dat is ook echt het doel voor de komende jaren van de groep waarmee we deze registratie gaan opzetten.”
Referentie
1. Van den Hurk C, et al. J Clin Oncol 2019;37(suppl): abstr 11610.
Dr. Els van den Brink, wetenschapsjournalist