Voortijdige ovariale insufficiëntie is een frequente bijwerking van chemotherapie bij vrouwen met kanker. Een meta-analyse van vijf gerandomiseerde studies bij borstkankerpatiënten laat nu zien dat gelijktijdige behandeling met gonadotropin-releasing hormone (GnRH)-analogen veilig is en de incidentie van ovariële insufficiëntie vermindert en het percentage zwangere vrouwen ná chemotherapie verhoogt.
Behoud van vruchtbaarheid en zwangerschapsgerelateerde kwesties hebben hoge prioriteit voor jonge vrouwen met borstkanker. Helaas is voortijdige ovariële insufficiëntie (POI) een vaak voorkomende bijwerking van chemotherapie bij premenopauzale vrouwen. Waar cryopreservatie van oöcyten of embryo’s tot behoud van vruchtbaarheid kan leiden bestaat er nog geen effectieve preventie of behandeling van chemotherapiegeïnduceerde POI. Wel onderzocht een aantal klinische studies bij borstkankerpatiënten het effect van tijdelijke ovariële onderdrukking met gonadotropin-releasing hormone (GnRH)-analogen op het behoud van de ovariële functie en vruchtbaarheid na chemotherapie. Deze studies lieten echter tegenstrijdige resultaten zien en de toegevoegde waarde van behandeling met GnRH-analogen bleef controversieel.1
“Om hierin meer duidelijkheid te brengen initieerden wij een systematisch onderzoek van de literatuur en een meta-analyse van vijf gerandomiseerde studies naar de werkzaamheid en toxiciteit van behandeling met GnRH-analogen tijdens chemotherapie bij vrouwen met borstkanker. De geëvalueerde studies waren PROMISE-GIM6 (n=281), POEMS/SWOG S0230 (n=257), Moffitt-led (n=48), GBG-37 ZORO (n=60) en OPTION (n=227) van de Anglo Celtic Group. GnRH-analogen waren triptoreline of gosereline.
De coprimaire uitkomstmaten waren POI en het percentage zwangere patiënten na de behandeling. Secundaire uitkomstmaten waren onder andere het percentage vrouwen met amenorroe één en twee jaar na het einde van de chemotherapie, de ziektevrije overleving (DFS) en de algemene overleving (OS)”, aldus dr. Matteo Lambertini (Brussel, België) tijdens SABCS 2017.
Verminderd risico op POI
In totaal werden de gegevens geanalyseerd van 436 patiënten behandeld met GnRH-analogen plus chemotherapie en 437 patiënten behandeld met alleen chemotherapie.2 Beide studiegroepen waren goed in balans. Lambertini: “Het POI-percentage was significant lager in de GnRH-analogengroep dan in de controlegroep: 14,1% versus 30,9% (OR 0,38; 95% BI 0,26-0,57; p<0,001). Dit POI-voordeel van GnRH-analogen werd ook gevonden in alle onderzochte subgroepen, waaronder die op basis van leeftijd, oestrogeenreceptorstatus en type en duur van de chemotherapie. Verder was er tussen beide studiegroepen geen verschil in het percentage vrouwen met amenorroe na één jaar, maar wel na twee jaar: 18,2% in de GnRH-analogengroep en 30,0% in de controlegroep (OR 0,51; 95% BI 0,31-0,85; p=0,009). Bovendien werd 10,3% van de vrouwen in de GnRH-analogengroep zwanger ná de chemotherapie vergeleken met 5,5% in de controlegroep (incidence rate ratio 1,83; 95% BI 1,06-3,15; p=0,030). Alle zwangere vrouwen waren jonger dan 40 jaar en hadden meestal een negatieve oestrogeenreceptorstatus. De bevinding dat er tussen beide groepen geen significant verschil in DFS of OS was suggereert dat behandeling met GnRH-analogen tijdens chemotherapie veilig is.”
Referenties
1. Lambertini M, et al. Ann Oncol 2015;26:2408-19.
2. Lambertini M, et al. SABC 2017: abstract GS4-01.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer