De fase 3-LUME-Meso-trial laat zien dat bij de behandeling van mesothelioom van het epitheliale subtype, het toevoegen van de angiogeneseremmer nintedanib aan standaardbehandeling met pemetrexed en cisplatine de uitkomsten van de behandeling niet verbetert. Dat rapporteerde IASLC-voorzitter prof. dr. Giorgio Scagliotti (Universiteit van Turijn, Turijn, Italië) tijdens het IASLC 19th World Conference on Lung Cancer in Toronto, Canada.1
Eerdere resultaten van de fase 2 LUME-Meso-studie suggereerden nog dat er mogelijk wel een voordeel was van het toevoegen van nintedanib aan pemetrexed plus cisplatine.2De fase 2-data op basis van 87 patiënten lieten zien dat de progressievrije overleving beter was bij het toevoegen van nintedanib en dat er een trend was richting een betere overleving. Omdat de voordelen vooral gezien werden in de subgroep met mesothelioom van het epitheliale type, werd het protocol van de fase 3-studie aangepast zodat enkel dit type patiënten werd geïncludeerd.
Scagliotti vertelde dat de deelnemers aan de fase 3-studie histologisch bevestigd mesothelioom hadden en een levensverwachting van meer dan drie maanden. Patiënten mochten niet eerder zijn behandeld met systemische chemotherapie en moesten een ECOG performance statushebben van 0 of 1. Een groep van 458 patiënten werd uiteindelijk behandeld met tot zes kuren nintedanib en pemetrexed/cisplatine of met placebo en pemetrexed/cisplatine, gevolgd door een onderhoudsbehandeling met nintedanib of placebo. De primaire uitkomstmaat van de studie was de progressievrije overleving. Verwacht en gehoopt werd dat de mediane progressievrije overleving met ruim drie maanden zou verbeteren, van zes naar 9,5 maand.
De uiteindelijke resultaten tonen echter geen verschil in progressievrije overleving tussen beide behandelingen. Scagliotti: “De door de onderzoekers vastgestelde mediane progressievrije overleving was 6,8 maanden in de nintedanibarm en 7,0 maanden in de placeboarm, wat een hazard ratio(HR) oplevert van 1,01 (95% BI 0,79-1,30; p=0,914). Een onafhankelijk comité kwam tot dezelfde conclusie, met een HR van 0,99.“ De Italiaanse onderzoeker liet vervolgens zien dat ook de subgroepanalyse geen groepen identificeerde die mogelijk baat hebben bij toevoegen van nintedanib.
De mediane overleving was in de nintedanibarm 14,4 maanden ten opzichte van 16,1 maanden in de placeboarm (HR 1,12; 95% BI 0,79-1,58; p=0,538). Scagliotti meldde verder dat de behandelingen die patiënten na afloop van de studie nog kregen, in beide groepen relatief vergelijkbaar waren. Tevens liet hij zien dat het toevoegen van nintedanib niet gepaard ging met een sterke toename van het aantal bijwerkingen. De kwaliteit van leven werd dan ook niet negatief beïnvloed door het toevoegen hiervan.
Scagliotti concludeerde dat de primaire uitkomstmaat van de fase 3 LUME-Meso-studie niet behaald was. “Ook secundaire uitkomstmaten, zoals de algehele overleving en andere uitkomsten, toonden geen verschil tussen de twee groepen. De fase 3-data bevestigen zodoende de bevindingen uit de fase 2-studie niet. Zoals het protocol voorschreef, is de studie inmiddels beëindigd. Deze resultaten tonen eveneens het belang van klinische methodologie en een onderzoeksgroep van voldoende omvang”, aldus Scagliotti.
Referenties
1. Scagliotti GV, et al. WCLC 2018, abstr PL02.09.
2. Grosso F, et al. J Clin Oncol 2017;35:3591-3600.
Drs. Twan van Venrooij, wetenschapsjournalist