Tijdens de 60eASH Annual Meeting in San Diego, Verenigde Staten, werden twee retrospectieve analyses gepresenteerd naar de ervaringen met anti-CD19 CAR T-cel-therapie met axicabtagene ciloleucel (axi-cel) in de dagelijkse praktijk bij patiënten met relapsed/refractory (r/r) agressief B-cel non-hodgkinlymfoom. De uitkomsten van beide analyses waren vergelijkbaar met de uitkomsten van de ZUMA-1-studie.
In de studie gepresenteerd door dr. Loretta Nastoupil (Houston, Verenigde Staten) werden 274 patiënten met r/r grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) behandeld met axi-cel.1 Mediane duur van de follow-up ten tijde van de presentatie was 3,9 maanden. Ondanks dat 43% van de patiënten uit deze analyse op basis van de inclusiecriteria niet in aanmerking zou zijn gekomen voor deelname aan de ZUMA-1-studie, was de hier gerapporteerde veiligheid vergelijkbaar met die van de ZUMA-1.
Bij 92% van de patiënten was sprake van het cytokine release syndrome (CRS). Bij 7% betrof dit graad 3 of hoger. Bijna 70% van de patiënten had neurotoxiciteit, waarvan 33% graad 3 of hoger. Het beste objectieve responspercentage (ORR) na 90 dagen dat gevonden werd met deze analyse was 81% en het beste complete responspercentage (CRR) was 57%. Mediane progressievrije overleving (PFS) was 6,18 maanden en de onderzoekers schatten het algehele overlevingspercentage na 6 maanden op 72%. Ook deze uitkomsten wat betreft werkzaamheid waren vergelijkbaar met de ZUMA-1-studie.
Real-worlddata
De tweede retrospectieve analyse naar de real-worldgegevens van axi-cel werd gepresenteerd door dr. Caron Jacobson (Boston, Verenigde Staten). In deze studie werden 104 patiënten geïncludeerd, waarvan 60% niet in aanmerking gekomen zou zijn voor de ZUMA-1-studie.2 Mediane follow-up was 5,6 maanden. Beste ORR was 71% en beste CRR 44%. Bijna alle patiënten (96%) maakten CRS door; bij 16% was dit graad 3 of meer. Bij ongeveer driekwart van de patiënten was er sprake van neurotoxiciteit en bij 39% was dit graad 3 of meer.
Jacobson presenteerde naast deze veiligheidsgegevens ook een serumbiomarkeranalyse voor correlatie met respons. De onderzoekers vonden dat lagere C-reactive protein (CRP)-waarden op dag 0 en hogere lymfocytenaantallen ten tijde van de ferese voorspellend waren voor betere uitkomsten. Een hoge piekwaarde van het CRP was geassocieerd met neurotoxiciteit en een hoge piekwaarde van ferritine met neurotoxiciteit en CRS. Een lage CRP-waarde op dag 0 en lage piekwaarde voor ferritine definieerden groepen patiënten met een significant betere overleving. De mediane duur van de respons voor patiënten met een CR was nog niet behaald met deze follow-up. Ook de mediane PFS (voor patiënten met een CR) en de OS (alle patiënten) waren nog niet behaald.
Ondersteuning
Beide studies ondersteunen het gebruik van axi-cel buiten klinische studies, al rapporteerde Jacobson met hun analyse iets lagere uitkomsten dan eerder gevonden met de ZUMA-1-studie. Ook de gevonden veiligheid met deze real-worldanalyses kwam overeen met de ZUMA-1-studie, ondanks deelname van patiënten die niet in aanmerking zouden zijn gekomen voor inclusie in de ZUMA-1.
Referenties
1. Nastoupil JL, et al. ASH 2018: abstr 91.
2. Jacobson CA, et al. ASH 2018: abstr 92.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist