Behandeling met een combinatie van dabrafenib plus trametinib resulteert in duurzame responsen bij vooraf onbehandelde patiënten met gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom en een BRAF V600E-mutatie. Dat bleek uit de resultaten van een fase 2-studie die dr. David Planchard (Villejuif, Frankrijk) presenteerde tijdens het ESMO 2017 congres in Madrid.1
Mutaties in BRAF komen voor bij 2% van de patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). Zowel BRAF als MEK zijn onderdelen van de RAS-pathway, en een combinatie van de BRAF-remmer dabrafenib met de MEK-remmer trametinib bleek anti-tumoractiviteit te vertonen bij patiënten met gemetastaseerd NSCLC positief voor de BRAF V600E-mutatie die al andere behandelingen hadden gekregen.
Planchard en collega’s onderzochten of de combinatie dabrafenib plus trametinib ook effectief was in de eerste lijn. De fase 2-studie BRF113928 bestond uit drie cohorten, waarbij de patiënten in cohort A alleen dabrafenib kregen (n=84), in cohort B een combinatie van dabrafenib plus trametinib (n=57) en in cohort C een combinatie van dabrafenib plus trametinib in de eerste lijn (n=36). De resultaten van cohort A en B zijn eerder gepubliceerd, en een indirecte vergelijking liet zien dat patiënten in cohort B een betere algehele mate van respons hadden (ORR; 67% versus 33%), een langere progressievrije overleving (mediane PFS 10,2 versus 5,5 maanden) en een langere mediane algehele overleving (OS; 18,2 versus 12,7 maanden).2,3 In Madrid presenteerde Planchard de resultaten van het laatste cohort. Primair eindpunt was de ORR vastgesteld door de onderzoeker.
Bij een mediane follow-up van 15,9 maanden zijn 11 van de 36 patiënten nog onder behandeling, en vijf nog in follow-up. Twee patiënten vertoonden complete respons, 21 partiële respons en vier stabiele ziekte. “De ORR was 64%, en de mate van ziektecontrole, inclusief complete respons, partiële respons en stabiele ziekte, was 75%”, meldde Planchard. De mediane duur van respons was 10,4 maanden, de mediane PFS was 10,9 maanden. “De preliminaire overlevingsresultaten waren veelbelovend, de mediane OS was 24,6 maanden.”
Alle patiënten ondervonden een of meerdere bijwerkingen, de meeste waren van graad 1-2, waaronder pyrexie, vermoeidheid, misselijkheid, diarree en droge huid. Voor zeven patiënten waren de bijwerkingen reden om te stoppen met de behandeling, bij 11 werd de dosis gereduceerd, en bij 25 werd de dosering onderbroken of uitgesteld. De onderzoekers observeerden geen nieuwe bijwerkingen ten opzichte van eerdere studies met deze combinatie.
“Dit is de eerste studie met een combinatie van BRAF- en MEK-remmers als eerstelijnstherapie bij patiënten met BRAF V600E-gemuteerd, gemetastaseerd NSCLC”, aldus Planchard. Op basis van deze resultaten verleenden de Europese en Amerikaanse autoriteiten recent goedkeuring voor gebruik bij patiënten met gemetastaseerd NSCLC positief voor deze mutatie, ongeacht de behandelgeschiedenis.
Referenties
1. Planchard D, et al. ESMO 2017; abstr LBA51.
2. Planchard D, et al. Lancet Oncol 2016;17:984-93.
3. Planchard D, et al. J Clin Oncol 2017;35(suppl): abstr 9075.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist