Tot op heden is er geen curatieve therapie voor patiënten met de ziekte van Waldenström. Hoewel de proteasoomremmer bortezomib een veelbelovende werkzaamheid heeft, is polyneuropathie een frequente bijwerking. De proteasoomremmer ixazomib is vanwege de geringere toxiciteit en het lagere risico op polyneuropathie mogelijk een geschikt alternatief. Uit resultaten van de fase 1/2-HOVON124/ECWM-R2-studie, die prof. dr. Marie José Kersten (Amsterdam UMC, locatie AMC) presenteerde tijdens de 61e ASH Annual Meeting in Orlando, Verenigde Staten, blijkt dat combinatiebehandeling met ixazomib, rituximab en dexamethason geassocieerd is met een hoog responspercentage en hanteerbaar toxiciteitsprofiel bij patiënten met gerecidiveerde of refractaire ziekte van Waldenström.1
De ziekte van Waldenström is een zeldzame vorm van non-hodgkinlymfoom. Proteasoomremmers, zoals bortezomib, hebben een goede werkzaamheid laten zien en een synergistische werking met rituximab bij zowel nieuw-gediagnosticeerde als gerecidiveerde ziekte van Waldenström.2,3 “De rationale om proteasoomremmers te gebruiken bij de ziekte van Waldenström berust op het werkingsmechanisme van deze middelen. Patiënten met de ziekte van Waldenström hebben een verhoogde activiteit van NFκβ, die door proteasoomremmers verlaagd kan worden”, aldus Marie José Kersten. Bortezomib is echter geassocieerd met een verhoogd risico op het ontstaan en verergering van polyneuropathie bij patiënten.4 De proteasoomremmer ixazomib heeft reeds klinische activiteit laten zien als eerstelijnsbehandeling bij de ziekte van Waldenström en is vanwege de lagere toxiciteit en orale toediening mogelijk een beter alternatief dan bortezomib.5
De fase 1/2-HOVON124/ECWM-R2-studie onderzocht de veiligheid en effectiviteit van behandeling met ixazomib, subcutaan rituximab en dexamethason (IRD) bij patiënten met gerecidiveerde of refractaire (R/R) ziekte van Waldenström. De primaire uitkomstmaat was het objectieve responspercentage (ORR) gebaseerd op de verandering in de IgM-waarde na behandeling. Secundaire uitkomstmaten waren de veiligheid en responsduur (DoR). Andere uitkomstmaten bestonden uit de progressievrije overleving (PFS), algehele overleving (OS) en gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (HRQoL). Daarnaast werd een exploratieve analyse uitgevoerd om het effect van subcutane toediening van rituximab op de hypersensitiviteit tegen dit middel te bepalen. Kersten: “Intolerantie tegen intraveneus rituximab is een veelvoorkomend probleem bij patiënten met de ziekte van Waldenström en onze hypothese is dat subcutane toediening de hypersensitiviteit tegen dit middel kan verminderen”.
In totaal doorliepen 45 van de 59 patiënten de complete behandeling met acht cycli IRD. Na behandeling was de ORR 71%; 51% had minimaal een partiële respons.1 Bovendien was er een snelle respons zichtbaar met een significante verlaging van IgM na twee behandelingscycli. Na 24 maanden was de DoR 60%, de PFS 56% en de OS 88%. In totaal werden bij zestien patiënten ernstige bijwerkingen geconstateerd, waarvan het merendeel bestond uit infecties. Hoewel patiënten geen toename van PNP-gerelateerde symptomen rapporteerden, verergerden de symptomen bij drie van de 21 patiënten en dertien patiënten ontwikkelden polyneuropathie, voornamelijk van graad 1 (69%) of 2 (25%). De HRQoL was significant verhoogd na IRD. Verder vertoonde geen van de patiënten intolerantie voor subcutaan toegediend rituximab.
“De resultaten laten zien dat IRD verdraagbaar en werkzaam is bij R/R ziekte van Waldenström. Het gebruik van ixazomib als consolidatietherapie of in combinatie met andere middelen zoals een Bruton’s tyrosinekinaseremmer, venetoclax of daratumumab zou mogelijk de effectiviteit nog verder kunnen verbeteren”, aldus Kersten.
Referenties
1. Kersten MJ, et al. ASH 2019; abstr 344.
2. Ghobrial IM, et al. Leukemia 2015;29:2338-46.
3. Dimopoulos MA, et al. Blood 2013;122:3276-82.
4. Gavriatopoulou M, et al. Blood 2017;129:456-59.
5. Castillo JJ, et al. Clin Cancer Res 2018;24:3247-52.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer