Met een neoadjuvant behandelregime van tweemaal 1 mg/kg ipilimumab + 3 mg/kg nivolumabelke drie weken blijft het responspercentage dat eerder met de OpACIN-studie werd gerapporteerd behouden, maar de toxiciteit ligt aanzienlijk lager. Deze bevindingen van de OpACIN-neo-studie bij patiënten met stadium III-melanoom werden door prof. dr. Christian Blank (Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam) tijdens het ESMO 2018 congres gepresenteerd.
De resultaten van de OpACIN-studie - waarin een neoadjuvant regime van de standaarddosering bij melanoom, namelijk vier kuren 3 mg/kg ipilimumab + 1 mg/kg nivolumab werd onderzocht - lieten een pathologische respons zien bij 80% van de patiënten met stadium III-melanoom.1 Het schema bleek echter vrij toxisch: negen van de tien patiënten in de neoadjuvante arm van de studie hadden bijwerkingen van graad 3/4. In de multicenter fase 2-OpACIN-neo-studie is onderzocht of met alternatieve schema’s en minder kuren (twee in plaats van vier kuren) de toxiciteit verminderd kon worden, maar het responspercentage van de OpACIN-studie behouden kon blijven.2
Patiënten met resectabel stadium III-melanoom werden gerandomiseerd naar drie verschillende neoadjuvante behandelschema’s. Arm A werd behandeld met tweemaal 3 mg/kg ipilimumab + 1 mg/kg nivolumab elke drie weken, arm B met tweemaal 1 mg/kg ipilimumab + 3 mg/kg nivolumab elke drie weken en arm C met tweemaal 3 mg/kg ipilimumab elke drie weken direct gevolg door tweemaal 3 mg/kg nivolumab elke twee weken. Complete lymfeklierdissectie stond gepland voor week zes. De primaire uitkomstmaten waren immuungerelateerde bijwerkingen van graad 3 of meer in de eerste twaalf weken, het radiologische- en pathologische-responspercentage.
Na een follow-upperiode van bijna acht maanden kon van 86 patiënten de respons bepaald worden (dertig patiënten in arm A en B en 26 patiënten in arm C). Immuungerelateerde bijwerkingen van graad 3/4 werden gerapporteerd bij 40% van de patiënten in arm A, 20% van de patiënten in arm B (waarbij geen van de bijwerkingen bij meer dan 5% van de patiënten voorkwam) en 50% van de patiënten in arm C. Arm C werd vroegtijdig gestopt wegens de toxiciteit.
De radiologische-responspercentages waren 60%, 60% en 42% in respectievelijk arm A, B en C. Het pathologische-responspercentage was 80% in arm A (met een complete respons bij 47%), 77% in arm B (met een complete respons bij 57%), en 68% in arm C. Geen van de patiënten met een pathologische respons ontwikkelde een recidief. “Wanneer we deze resultaten in een fase 3-studie kunnen bevestigen hebben we met het schema van tweemaal 1 mg/kg ipilimumab + 3 mg/kg nivolumab mogelijk een standaardschema voor de neoadjuvante behandeling van patiënten met macroscopisch stadium III-melanoom gevonden”, aldus Blank.
Referenties
1. Blank CU, et al. Nat Med 2018 Oct 8. doi: 10.1038/s41591-018-0198-0. [Epub ahead of print]
2. Rozeman EA, et al. ESMO 2018; abstr LBA42.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2018 vol 9 nummer 6