De eerste interimanalyse van de IMpassion130-studie toonde onlangs een voordeel aan van het toevoegen van atezolizumab aan de eerstelijnsbehandeling met nab-paclitaxel bij de behandeling van patiënten met gemetastaseerd triple negatief mammacarcinoom (mTNBC) indien er sprake was van expressie van PD-L1.1 Tijdens het SABC Symposium 2018 presenteerde dr. Leisha Emens (UPMC Hilmann Cancer Center, Pittsburgh, Verenigde Staten) de uitkomsten van een subgroepanalyse waaruit blijkt dat alleen PD-L1 expressie op tumorinfiltrerende immuuncellen predictief is voor dit voordeel van atezolizumab.2
TNBC is een agressieve vorm van borstkanker met een mediane algehele overleving (OS) van ongeveer vijftien maanden. Recent gepubliceerde eerste resultaten van de IMpassion130-studie (n=902) lieten zien dat het toevoegen van de checkpointremmer atezolizumab aan chemotherapie met nab-paclitaxel bij patiënten met niet eerder systemisch behandeld mTNBC met ≥1% PD-L1-positieve cellen leidt tot een significant langere progressievrije overleving (PFS) en OS. De mediane PFS nam toe van 5,0 maanden bij behandeling met nab-paclitaxel naar 7,5 maanden bij behandeling met nab-paclitaxel plus atezolizumab (HR 0,62; 95% BI 0,49-0,78; p<0,001). De mediane OS nam toe van 15,5 maanden (nab-paclitaxelmonotherapie) naar 25,0 maanden (HR 0,62; 95% BI 0,45-0,86).
In haar presentatie liet Emens zien dat het toevoegen van atezolizumab aan nab-paclitaxel bij patiënten zonder PD-L1-expressie geen enkel effect heeft op de mediane PFS en de mediane OS. Uit een subgroepanalyse van de uitkomsten van IMpassion130 blijkt dat de expressie van PD-L1 bij de PD-L1-positieve patiënten (41% in beide behandelarmen) voornamelijk plaatvond op de immuuncellen in de tumor. Slechts bij 7% van de patiënten was tevens sprake van PD-L1-expressie op de tumorcellen en bij 2% van de patiënten was er sprake van PD-L1-expressie uitsluitend op de tumorcellen.
In een verdere zoektocht naar mogelijke biomarkers die voorspellend zijn voor een voordeel van het toevoegen atezolizumab aan nab-paclitaxel bij de eerstelijnsbehandeling van patiënten met mTNBC, keek Emens naar de aanwezigheid van CD8-positieve T-cellen (cytotoxische T-cellen) in de tumor, de aanwezigheid van stromale tumorinfiltrerende cellen en de aanwezigheid van een BRCA1/2-mutatie. Geen van deze biomarkers blijkt predictief voor een positief effect van het toevoegen van atezolizumab aan nab-paclitxel. De aanwezigheid van deze biomarkers leidt alleen tot een toename van mPFS en/of mOS bij het toevoegen van atezolizumab aan de behandeling indien er in de tumor tevens PL-L1-positieve immuuncellen (>1%) aanwezig zijn. Op basis van deze uitkomsten concludeerde Emens dat het toevoegen van atezolizumab aan eerstelijnschemotherapie met nab-paclitaxel bij patiënten met mTNBC alleen zinvol is wanneer er sprake is van >1% PD-L1-positieve immuuncellen in de tumor.
Referenties
1.Schmid P, et al. N Eng J Med 2018;379:2108-21.
2. Emens LA, et al. SABCS 2018; abstr GS1-04.
Dr. Marten Dooper, wetenschapsjournalist