Fluorescentie-in-situ hybridisatie (FISH) en immuunhistochemie (IHC) zijn de meest gebruikte methoden voor het bepalen van de tumorstatus van de receptortyrosinekinase ALK ten behoeve van behandeling met ALK-remmers. Gegevens van de internationale ALEX-studie1 maken het mogelijk de effectiviteit van deze bepalingen te evalueren bij de behandeling van NSCLC. Prof. dr. Tony Mok (Hong Kong) liet zien dat IHC robuuster blijkt dan FISH.2
Recente studies hebben laten zien dat patiënten met ALK-positieve NSCLC baat hebben bij de tegen de anaplastisch lymfoomkinase (ALK) gerichte therapie. Dat impliceert de noodzaak van een kwalitatief uitstekende en robuuste bepaling van de ALK-status. Hiervoor worden FISH en IHC toegepast, maar er zijn geen gegevens van gerandomiseerde studies beschikbaar die de afzonderlijke methoden evalueren.
De ALEX-studie vergelijkt de effecten van de ALK-remmers alectinib en crizotinib bij onbehandelde ALK-positieve NSCLC. Dit levert een unieke dataset om de IHC- en FISH-assays voor ALK te vergelijken voor wat betreft de klinische uitkomst van deze middelen. Daarbij gaat met name de belangstelling uit naar tumoren die positief scoren met IHC, maar negatief met FISH.
De Ventana ALK (D5F3) CDx Assay (ALK IHC) werd in de centrale laboratoria gebruikt voor de selectie van ALK-positieve NSCLC bij de inclusie voor de ALEX-studie. Additionele monsters van deze patiënten werden retrospectief in deze laboratoria getest met de Vysis ALK Break Apart FISH Probe Kit (ALK FISH).
Van de 303 patiënten met ALK IHC-positieve NSCLC die werden gerandomiseerd hadden er 242 tevens een valide ALK FISH-testuitslag, die in 203 gevallen positief was en in 39 gevallen ALK FISH-negatief. (alectinibarm 21; crizotinibarm 18). Bij 61 (20,1%) van de ALK IHC-positieve patiënten kon geen geldig ALK FISH-resultaat worden verkregen, hetzij omdat de test niet lukte of omdat er onvoldoende weefsel beschikbaar was.
Analyse van de progressievrije overleving en objectieve respons van patiënten met IHC-positieve/FISH-positieve status bleken consistent met de primaire analyse van de intention-to-treat populatie van de ALEX-studie (HR 0,40; 95% BI 0,27-0,61; p<0,0001). Patiënten met ALK IHC-positieve/FISH-negatieve NSCLC blijven mogelijk een klinisch voordeel te behouden van behandeling met ALK-remmers (disease control rate: crizotinib 72%, alectinib 53%), maar wel met een relatief lagere respons vergeleken met ALK IHC-positieve/FISH-positieve NHCLC-patiënten.
Mok stelde vast dat de Ventana IHC bij de ALEX-monsters een robuuster methode bleek dan de Vysis FISH-test. “IHC verdient de voorkeur bij de selectie van patiënten voor eerstelijnsbehandeling met ALK-remmers.”
Referenties
1. Peters S, et al. N Eng J Med 2017;377:829-38.
2. Mok SK, et a. IASLC WCLC 2017: abstr MA 07.01.
Dr. Jan Hein van Dierendonck, wetenschapsjournalist