Dr. Alex Hoyle (Manchester, Verenigd Koninkrijk) presenteerde tijdens het ESMO 2018 congres in München, Duitsland, de evaluatie van twee studies waarin de effectiviteit van androgeendeprivatietherapie (ADT) plus de anti-androgeenmedicatie abirateron plus prednison (AAP) is onderzocht bij gemetastaseerde, niet eerder met hormoon behandelde (hormoonnaïeve) prostaatkanker (mHNPC): alle patiënten met mHNPC zouden in aanmerking komen voor AAP ongeacht hoe ze zijn geclassificeerd voor wat betreft hun risico of ‘tumorbelasting’.
In 2017 zijn twee verschillende fase 3-studies gepubliceerd die de effectiviteit hebben onderzocht van AAP bij patiënten met mHNPC, de LATITUDE- en STAMPEDE-studie.1,2 Ze lieten een reductie van het overlijdensrisico zien van 38%. De LATITUDE-studie rekruteerde 1.199 patiënten met hoog-risicoziekte, de STAMPEDE-studie includeerde patiënten met (M1, n=1.002) en zonder (M0, n=915) metastasen.
De NCCN Clinical Practice Guidelines in Oncology suggereerden dat AAP zou moeten worden gegeven aan mHNPC-patiënten, maar in 2018 keurde de FDA deze combinatie alleen goed voor hoog-risicoziekte.
Het probleem is nu hoe criteria als ‘risico’ of ‘tumorbelasting’ worden gedefinieerd. Volgens het criterium van de CHAARTED-studie (ADT met of zonder docetaxel) is het risico hoog indien er sprake is van viscerale metastasen of ten minste vier botmetastasen, waarvan minstens één buiten de wervelkolom.3 In de LATITUDE-studie gaat het om een combinatie van radiologische en pathologische aspecten (meer dan drie botmetastasen, viscerale metastasen en Gleasonscore van 8 of hoger) en is de tumorbelasting hoog wanneer ten minste drie van deze criteria in het spel zijn. Er is geen internationale consensus over welke definitie moet worden gebruikt om studies goed te kunnen vergelijken, waardoor uitkomsten zouden kunnen verschillen op basis van de gebruikte definities.
Om na te gaan of ook mHNPC-patiënten met laag-risicoziekte baat hebben bij AAP werden de M1-patiënten uit de STAMPEDE-studie retrospectief gestratificeerd in hoog- versus laag-risico/tumorbelasting, volgens zowel de LATITUDE- als de CHAARTED-criteria. Vervolgens werden de gegevens getoetst aan de diverse uitkomstmaten (algehele overleving, failure-free survival, progressievrije overleving en secundaire uitkomstmaten als skeletgerelateerde events en prostaatkankergerelateerd overlijden).
Volgens de LATITUDE-criteria viel 52,2% van de patiënten in de categorie ‘hoog-risico’, volgens de CHAARTED-definitie 55,4%, een verwaarloosbaar verschil. Maar wanneer deze getallen vanuit een individueel perspectief werden bekeken, bleek 7,7% te vallen in de categorie LATITUDE hoog/CHAARTED laag en 10,5% in LATITUDE laag/CHAARTED hoog, dus 18,2% zat in een grijs gebied.
Uit analyse van de studie-uitkomsten bleek dat AAP in alle gevallen gunstig uitpakte voor zowel laag, intermediair als hoog risico volgens de LATITUDE-criteria, en de getallen leverden hetzelfde beeld op bij stratificatie volgens de CHAARTED-criteria. De analyse leverde geen bewijs voor interacties tussen de subgroepen, voor welke uitkomstmaat dan ook en onafhankelijk van hoe de patiënten waren gestratificeerd.4 Dit duidt er op dat AAP alle overlevingsmaten verbetert bij mHNPC en dat zowel hoog- als laag-risicogroepen baat hebben bij abirateron.
Referenties
1. Fizazi K, et al. N Engl J Med 2017;377:352-60.
2. James ND, et al. N Engl J Med 2017;377:338-51.
3. Sweeney CJ, et al. N Engl J Med 2015;373:737-46.
4. Boyle A, et al. ESMO 2018; abstr LBA4.
Dr. Jan Hein van Dierendonck, wetenschapsjournalist
Commentaar prof. dr. Ronald de Wit, internist-oncoloog, Erasmus MC Kanker Instituut, Rotterdam
Deze ESMO werden twee interessante onderzoeken gepresenteerd met uitkomsten van de STAMPEDE-studie.
De eerste studie betrof een analyse van de overlevingswinst die behaald wordt met het vroeg toedienen van abirateron plus prednison, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen patiënten met een hoog en laag risico. Daarbij bleek dat patiënten met een laag risico ook voordeel hebben van een behandeling van abirateron plus prednison. De hazard ratiovoor beide groepen was ongeveer gelijk. Mogelijk dat we op basis van deze resultaten patiënten toch eerder moeten behandelen met abirateron plus prednison. Hierbij is het wel belangrijk de behandeling te individualiseren, omdat patiënten rekening moeten houden met ongeveer twee tot drie jaar aan bijkomende bijwerkingen en controles.
De tweede studie heeft gekeken naar patiënten met uitgezaaide ziekte en het effect van het toevoegen van radiotherapie aan de hormoonbehandeling. Ook hier werden patiënten onderverdeeld naar een hoog- en laagrisicogroep. Zij werden behandeld met androgeendeprivatietherapie en daarnaast werd de primaire tumor bestraald, ondanks de uitgezaaide ziekte. Bij patiënten in de hoog-risicogroep werd weinig voordeel gevonden van lokale bestraling van de primaire tumor, maar bij patiënten in de laag-risicogroep werd een significante overlevingswinst gerapporteerd. Dit voegt dus echt wat toe aan het behandelarsenaal en ik denk dat we in Nederland heel snel met de radiotherapeuten moeten gaan bespreken hoe we dit op gaan pakken.
Oncologie Up-to-date 2018 vol 9 nummer 6