De combinatie van cabozantinib plus nivolumab en ipilimumab liet een significant voordeel in progressievrije overleving zien versus placebo plus nivolumab en ipilimumab bij patiënten met gevorderd niercelcarcinoom en een intermediair of ongunstig risicoprofiel. Dit blijkt uit de COSMIC-313-studie, waarvan dr. Tony Choueiri (Boston, Verenigde Staten) de resultaten presenteerde tijdens het derde Presidential Symposium van het ESMO Congress 2022.
De fase 3-COSMIC-313-studie includeerde 855 voorheen onbehandelde patiënten met gevorderd niercelcarcinoom (RCC) en een intermediair of ongunstig risicoprofiel volgens de International Metastatic RCC Database Consortium (IMDC)-score. Zij werden 1:1 gerandomiseerd naar ofwel triplettherapie met cabozantinib plus vier cycli nivolumab en ipilimumab (cabo/nivo/ipi) of een doublet van placebo plus vier cycli nivo/ipi. Hierna volgde voor beide studiearmen een twee jaar durende onderhoudsbehandeling (met cabo/nivo of placebo/nivo). De primaire uitkomstmaat was de progressievrije overleving (PFS). Deze werd bepaald na het randomiseren van de eerste 550 patiënten (de PITT-populatie). De secundaire uitkomstmaat was de algehele overleving (OS). De mediane follow-up voor de PITT-populatie was 20,2 maanden. Van de geïncludeerde patiënten had ongeveer 75% een intermediair risicoprofiel volgens IMDC.
Betekenisvol PFS-voordeel
“De resultaten lieten een statistisch significant en klinisch betekenisvol PFS-voordeel zien met cabo/nivo/ipi versus placebo/nivo/ipi”, zei Tony Choueiri.1 “De HR was 0,73, wat overeenkomt met een afname van 27% in het risico op progressie of overlijden (95% BI 0,57-0,94; p=0,013).” De mediane PFS was nog niet behaald met de triplet en 11,3 maanden met placebo. “In beide studiearmen lieten de PFS-curves een plateau zien, iets wat nog bevestigd moet worden met verdere follow-up.”
De resultaten van de subgroepanalyse kwamen in het algemeen overeen met resultaten van de PITT-populatie. Deze resultaten leken er daarnaast op te wijzen dat patiënten met een intermediair risicoprofiel een betere PFS hadden met de triplet (HR 0,63) dan patiënten met een ongunstig risicoprofiel (HR 1,04).
Hogere responspercentages
Het responspercentage met cabo/nivo/ipi lag absoluut gezien hoger dan met placebo/nivo/ipi (43% versus 36%). Het percentage ziektecontrole was respectievelijk 86% versus 72% en progressieve ziekte als beste respons werd gezien bij respectievelijk 8% versus 20%. Het bijwerkingenprofiel van cabo/nivo/ipi en placebo/nivo/ipi was over het algemeen verdraagbaar en kwam overeen met wat bekend is over de veiligheidsprofielen van elk van de middelen.
“Deze eerste studie met een standaard immunotherapiedoublet als controlearm liet een significant en klinisch relevant PFS-voordeel zien voor cabo/nivo/ipi versus placebo/nivo/ipi bij RCC-patiënten met een intermediair of ongunstig risicoprofiel”, zei Choueiri. “Verdere follow-up van de OS is zeer belangrijk en nog steeds gaande.”
Referentie
1. Choueiri TK, et al. Ann Oncol 2022;33(suppl_7):S808-S869.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist
Congres Up-to-date 2022 vol 7 nummer 3
Commentaar prof. dr. John Haanen, internist-oncoloog, Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam
Tijdens het ESMO Congress 2022 werden er spraakmakende resultaten gepresenteerd van nieuwe behandelingen voor niercelcarcinoom (RCC). Bijvoorbeeld van de fase 3-COSMIC-313-studie naar de uitkomst van cabozantinib dan wel placebo in combinatie met de huidige standaardbehandeling bestaande uit nivolumab plus ipilimumab bij patiënten met de novo, gevorderd RCC en een intermediair of ongunstig risicoprofiel. Na een mediane follow-up van 20,2 maanden bleek dat de tripletbehandeling versus de controlebehandeling geassocieerd was met een significant betere progressievrije overleving (PFS).1 Opmerkelijk genoeg bleek uit een subgroepanalyse dat dit PFS-voordeel aanwezig was bij patiënten met een intermediair risico, maar niet bij patiënten met een hoog risico, terwijl je gewoonlijk een groter effect ziet in deze laatste subgroep. Verder is de triplettherapie geassocieerd met aanzienlijke toxiciteit, waaronder ASAT/ALAT-stijgingen van graad 3 of hoger, en frequente stopzetting van een van de middelen. Kortom, een behandeling die geassocieerd is met een verbetering van de PFS, maar in dit vroege stadium niet practice changing.
In de fase 2-LITESPARK-003-studie evalueerde men de uitkomst van cabozantinib in combinatie met de nieuwe HIF-2α-remmer belzutifan bij niet eerder behandelde patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd, heldercellig RCC. Deze combinatiebehandeling was geassocieerd met een objectief responspercentage (ORR) van 57% en een ziektecontrolepercentage van 94%, twee opvallend hoge percentages.2 Dit valt mogelijk te verklaren door het feit dat het merendeel van de patiënten die baat hadden bij de behandeling een gunstig risico had. We weten namelijk dat angiogeneseremmers, waartoe cabozantinib en belzutifan behoren, het gewoonlijk goed doen in deze patiëntengroep. Verder viel op dat de mediane responsduur maar liefst 28,6 maanden was. Samengevat is cabozantinib plus belzutifan een interessante combinatiebehandeling bij niet eerder behandelde patiënten met gevorderd RCC.
Niet-heldercellig RCC (nccRCC) vormt een aparte, minder voorkomende vorm van RCC, waarbij de standaard eerstelijnsbehandeling bestaat uit cabozantinibmonotherapie. Omdat we ook weten dat immunotherapie van waarde kan zijn, is het niet vreemd dat men in de eenarmige fase 2-KEYNOTE-B61-studie de uitkomst onderzocht van pembrolizumab plus de angiogeneseremmer lenvatinib. De resultaten laten zien dat deze combinatiebehandeling geassocieerd is met een ORR van 48% en responsen bij de meeste nccRCC-vormen, behalve bij chromofobe nccRCC.3 Desalniettemin een hoopgevend resultaat voor patiënten met deze vorm van RCC.
Referenties
1. Choueiri TK, et al. Ann Oncol 2022;33(suppl_7):S808-S869.
2. Merchan J, et al. Ann Oncol 2022;33(suppl_7):S660-S680.
3. Albiges L, et al. Ann Oncol 2022;33(suppl_7):S660-S680.
In een podcast met prof. dr. ir. Koos van der Hoeven bespreekt prof. dr. John Haanen naast bovenstaande studieresultaten ook die van de IMmotion010- en CheckMate 914-studie naar adjuvante behandeling met respectievelijk atezolizumab dan wel nivolumab plus ipilimumab bij patiënten met hoog-risico RCC, en van de PROSPER-studie naar de uitkomst van perioperatief nivolumab voor hoog-risico RCC. Deze podcast is te beluisteren op oncologie.nu/podcasts