Een behandelstrategie voor CML waarbij intermitterend wordt behandeld, of waarbij tegelijkertijd dosisescalatie wordt toegepast, is veilig en wordt goed verdragen. Bovendien was bij de 23% van de patiënten waarbij deze strategieën leidden tot het verlies van een diepe moleculaire respons, het hervatten van continue behandeling effectief. Deze resultaten van de Italiaanse OPTkIMA-studie werden door Michele Malagola (Brescia, Italië) tijdens het EHA 2019-congres gepresenteerd.1
Michele Malagola vertelde dat slechts een minderheid van 10-25% van de patiënten met CML baat heeft bij zogenoemde treatment-free remission-behandelstrategieën. “Bij de overige patiënten is dus een levenslange behandeling nodig. Gezien deze bevindingen, wilden we nagaan of alternatieve behandelschema’s zinvol zijn voor de meerderheid van de oudere patiënten die geen behandelingsvrije remissie verkrijgen.” Daarbij beperkt het reduceren van de behandelintensiteit de kosten en de toxiciteit van de behandeling, en verbetert dit mogelijk de kwaliteit van leven.
OPTkIMA
Om dit te onderzoeken randomiseerden de Italianen 502 oudere CML-patiënten (≥60 jaar) met stabiele ziekte gedurende minimaal twee jaar (MR3.0/MR4.0). Deze patiënten werden behandeld met een fixed behandelschema waarbij één maand wel en één maand niet werd behandeld, of een ‘progressief’ schema waarbij in het eerste jaar om de maand wordt behandeld, in het tweede jaar om de twee maanden, en in het derde jaar om de drie maanden. 77% van de patiënten werd behandeld met imatinib. De onderzoekers hopen dat door de strategieën de kwaliteit van leven verbetert; als primair uitkomstmaat werden drie QoL-schalen gebruikt (EORTC QLQ-C30, EORTC CML-24 en EORTC QLQ ELD-14).
In Amsterdam presenteerden de onderzoekers resultaten over 166 deelnemers aan de studie (89 in de fixed-groep, 77 in de progressieve groep), die allen het eerste jaar van de studie voltooiden. Uit deze groepen was bij 39 patiënten sprake van een verlies van een MMR3.0-respons (23%) waarna continue behandeling opnieuw werd gestart. Bij alle 39 patiënten was vervolgens na mediaan zes maanden opnieuw sprake van een majeure moleculaire respons (MMR). Met name vlak na het starten met intermitterende behandeling was sprake van verlies van MMR. In totaal was er na één jaar een kans van 81% om een MMR te behouden, toonden de onderzoekers. “Deze resultaten komen overeen met de bevindingen in de INTERIM-studie met om de maand behandeling met imatinib, waarbij 84% een MMR behield na 1 jaar.”2
Preliminaire data over de kwaliteit van leven gedurende het eerste jaar laten wisselende resultaten zien. Zo was sprake van een onverwachte toename in vermoeidheid. Andere klachten zoals diarree namen af gedurende de studieperiode.
De OPTkIMA-studie loopt momenteel met in totaal 192 deelnemers, waarvan er negentien het derde jaar hebben volgemaakt. De studie toont vooralsnog aan dat het intermitterend behandelen van CML veilig en haalbaar is, concluderen de onderzoekers. Zij zijn bezig de data over de kwaliteit van leven verder te onderzoeken om inzicht te krijgen in de variabele uitkomsten bij deze behandelstrategie.
Referenties
1. Malagola M, et al. EHA Amsterdam 2019, abstract S882.
2. Russo D, et al. Blood Cancer J 2015;5:e347.
Drs. Twan van Venrooij, wetenschapsjournalist
Foto: Oliver Eberhardt / filmduene.de