De resultaten van een fase 2-studie laten zien dat behandeling met zanidatamab, palbociclib en fulvestrant veilig is en geassocieerd met een veelbelovende progressievrije overleving bij patiënten met eerder behandelde, HER2-positieve, hormoonreceptor-positieve, gevorderde borstkanker. Deze resultaten werden tijdens het SABCS 2023 gepresenteerd door dr. Santiago Escrivá-de-Romani (Barcelona, Spanje).
Bij patiënten met HER2-positief (HER2+), hormoonreceptor-positief (HR+), gemetastaseerd mammacarcinoom kan combinatietherapie gericht tegen HER2, de oestrogeenreceptor en CDK4/6 geassocieerd zijn met een klinisch voordeel.1 “Zanidatamab is een bispecifiek antilichaam gericht tegen twee niet-overlappende extracellulaire domeinen van HER2.2 Binding van zanidatamab aan deze twee domeinen leidt tot HER2-downregulatie, verminderde HER2-signalering en immuungemedieerde antitumoreffecten, waaronder antilichaamafhankelijke cellulaire cytotoxiciteit en fagocytose en complementafhankelijke cytotoxiciteit”, aldus Santiago Escrivá-de-Romani.
In een fase 2-studie onderzoekt men de werkzaamheid en veiligheid van zanidatamab in combinatie met palbociclib en fulvestrant bij patiënten met HER2+, HR+, niet-resectabele, lokaal gevorderde of gemetastaseerde borstkanker. De patiënten waren eerder behandeld met trastuzumab, pertuzumab en T-DM1, maar niet met een CDK4/6-remmer. De primaire uitkomstmaten zijn de veiligheid (deel 1) en de progressievrije overleving na zes maanden (PFS6; deel 2).
Veelbelovende PFS
Van de 51 geïncludeerde patiënten bevestigde een centrale herbeoordeling dat de tumoren van 32 patiënten HER2-positief waren (ccHER2-populatie).3 In de totale populatie was de mediane leeftijd 54 jaar, had 18% een geschiedenis van hersenmetastasen en was het mediane aantal eerdere endocriene en systemische antitumorbehandelingen in de gemetastaseerde setting respectievelijk één en vier.
“Na een mediane follow-up van zestien maanden was de PFS6 in de totale populatie 67%. De mediane PFS was twaalf maanden en het bevestigde objectieve responspercentage (cORR) 35%”, vertelde Escrivá-de-Romani. In de ccHER2-populatie was de PFS6 69%, de mediane PFS vijftien maanden en de cORR 48%.
Goed verdragen
“Een verkennende analyse liet zien dat patiënten met luminal B-borstkanker (n=12) een numeriek, maar niet statistisch significant betere PFS6 en mediane PFS hadden dan patiënten met borstkanker van het HER2-enriched subtype (n=16). De cORR van deze twee subtypen was vergelijkbaar”, aldus Escrivá-de-Romani.
Bijwerkingen van graad 3 of 4 kwamen voor bij 67% van de patiënten en ernstige bijwerkingen bij 2% van de patiënten. Escrivá-de-Romani: “De meest voorkomende bijwerkingen van graad 3 of 4 waren neutropenie (53%) en diarree (14%). De toxiciteit was over het algemeen goed beheersbaar en geen van de patiënten overleed door de behandeling. ”
Referenties
1. Tolaney SM, et al. Lancet Oncol 2020;21:763-75.
2. Weisser NE, et al. Nat Commun 2023;14:1394.
3. Escrivá-de-Romani S, et al. SABCS 2023; abstr LB01-04.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer